Pockets
Van de pocketmarkt
Pockets, de kans op een tweede leven voor een boek, of zelfs voor een bepaald literair segment. Bij Pandora heeft men zich de afgelopen maanden op de zgn. vrouwenliteratuur gestort. De tweede feministische golf leidde tot krachtige stemverheffingen in de jaren '70 en '80. Niets is nieuw, want al die boeken bundelen thema's die Virginia Woolf ooit al omschreef als ‘niet belangrijk, want dit gaat over vrouwen’. Ook vandaag niets nieuws, want dezelfde thema's zijn tot op heden - minder schetterend misschien - maar haast ononderbroken aan de orde geweest. Boeken van vrouwen, over vrouwen.
Gouden tijden waren het voor vrouwenboeken. Eerst in het Engelse taalgebied (jaren '70) en later ook in Nederland (jaren '80) ontstond in de context van de tweede feministische golf een ware hausse van emancipatorisch bedoelde literatuur. De beperkingen van het vrouwelijke bestaan werden verkend en veelal geëxpliciteerd in problematische man-vrouwrelaties. Velen hebben zich herkend in romanpersonages, die in hun rol van zorgende moeder en huisvrouw mentaal en emotioneel leegbloedden. Herkenbaarheid was dan wel de grote verdienste van veel van die feministische geschriften, de obligate strijdbaarheid legde te vaak een hypotheek op de leesbaarheid. Marilyn French' Ruimte voor vrouwen (oorspronkelijk verschenen in 1977) bv., getuigt wellicht te veel van bekeringsijver om nu nog aan te spreken. Voor Mira kan haar leven opnieuw beginnen als ze na een aantal jaren van burgerlijk huwelijksleven uit het klassieke rollenpatroon kan stappen en zichzelf ontdekken. Haar persoonlijke verslag is herkenbaar en expliciet maar beklijven doet het niet. Te veel lauw gepsychologiseer misschien, te veel gedram. Documentair realisme primeert op het literaire. De functie van bewustmaking die het eind jaren '70 had, is nu grotendeels achterhaald. In Het perpetuum mobile van de liefde (1988) verwerkt Renate Dorrestein de zelfmoord van haar zusje. Wat haar boeken aantrekkelijk en zeer leesbaar maakt, is dat ze ook persoonlijke tragiek te allen tijde op een onderhoudende, soms zelfs hilarische manier weet te brengen. Hoewel, in dit boek komt ze wel erg scherp uit de hoek. De vergelijking die ze hier maakt tussen moffenhoeren en vrouwen die zich in het klassieke rollenpatroon van een huwelijk kunnen vinden (de man als bezetter), heeft heel wat pennen in beweging gebracht. Niettemin een intelligente analyse, die de rabiaat feministische ideeën in een ruimere context plaatst.
Humor en de mogelijkheid tot (zelf)relativering is wat veel combattieve romans uit die jaren thans nog goed verteerbaar maakt. Neem nu de onderhoudende, laconieke vertelstijl van een Fay Weldon. Nochtans, ze beschrijft bittere situaties en benauwende menselijke relaties; in een bedrieglijk opgewekte toon verhaalt ze over onstilbare machtshonger en geeft ze een onrustbarend mensbeeld vrij. Maar de humor doet aan de aanklacht niets af, integendeel. In een satirische uitvergroting stelt de problematiek zich des te sterker.
In Stuifzwam (1980) verhuizen Liffey en Richard naar het platteland. Hij komt, wegens de woon-werk afstand, voortaan nog alleen in de weekends thuis. Hij zoekt tijdverdrijf in een aantal verhoudingen, zij wordt beheerst door haar zwangerschap én door haar buurvrouw die haar daarom benijdt. Wanneer een vrouw in Leven en liefdes van een duivelin (1983) verneemt dat haar man haar met een knappe en succesrijke schrijfster bedriegt, barst de hel los. Opgekropte minderwaardigheidsgevoelens geven voeding aan een intense wraaklust. Ze steekt het huis in brand, brengt haar man in de gevangenis, ondergaat lichamelijk een metamorfose om tenslotte haar rechtmatige plaats bij haar man weer in te nemen. Alleen schenkt hij nu de thee in, heeft hij een doffe blik in de ogen en al het verdriet dat zij ooit had, plus nog een beetje meer.
Bij Ooievaar werd Praxis (1988) heruitgegeven. Praxis Duveen is oud en verbitterd en ze doet haar levensverhaal met schijnbare afstandelijkheid. Tussen de twee wereldoorlogen in groeit ze op als kind van een ongehuwde moeder, die - wanneer de vader van haar kinderen opstapt - langzaamaan zwakzinnig wordt. Zelf wordt ze door twee mannen gedumpt, verlaat ze haar echtgenoot en kinderen, pikt mannen op langs de straat, onder wie haar eigen vader... Het eindigt met een moord. Mensen strijden hun eeuwigdurende strijd, de middelen zijn onwaardig en de motieven getuigen van zeer duistere drijfveren.
Vriendschappen onder vrouwen spelen frequent een rol in het emancipatieproces. Een lesbische relatie wordt vaak gezien als een van de stappen in de bevrijding van de patriarchale normen. Dacia Maraini verkent in Brieven aan een vriendin (1981) de grenzen van lust en liefde. Een vrouw schrijft brieven aan haar gewezen minnares. Niet met de bedoeling ze te versturen echter. Het is een poging om greep te krijgen op haar jeugd, haar herinneringen, haar relaties, en tot een grotere zelfkennis te komen. Erotiek is de bindende factor; het gaat van de eerste verliefdheid tot verdrongen verlangens en incest, hetero- en homoseksuele relaties.