Pockets
Van de pocketmarkt
Pockets zijn voor de uitgever een middel om de belangstelling voor een boek of auteur wat langer gaande te houden. Met aantrekkelijke titels tegen een interessante prijs -- ten minste dat is doorgaans toch de belofte -- hoopt men tegelijk de markt van potentiële kopers te verruimen. Het aanbod is overweldigend en het groeit nog gestaag. Een momentopname.
In de overtuiging dat kwaliteitspockets ondanks het overaanbod gewild zijn, heeft Singel 262 zich dit najaar met een nieuwe reeks op de pocketmarkt gelanceerd. Zij selecteren daarvoor enkel ‘auteurs en titels die een zeer groot lezerspubliek hebben en qua omzet hun plek op tafel of bij de kassa waarmaken’. Op jaarbasis zou het om een 18-tal literaire pockets gaan. Van kwaliteit moet in de eerste plaats Kristien Hemmerechts getuigen met een heruitgave van Zonder grenzen. Sinds ze in 1990 voor een toen nog zeer beperkt oeuvre de Staatsprijs toegekend kreeg, hoeft Kristien blijkbaar niets meer te bewijzen. Ze is een grote dame in Vlaanderen, wordt geprezen voor een sober en vakkundig oeuvre, dat met elk nieuw boek varieert op hetzelfde thema: menselijk onvermogen. Apatische personages staan machteloos tegenover de omstandigheden door een manklopende communicatie. Gemis is wat de personages in Zonder grenzen, haar vijfde boek, beheerst. Een onverwacht levendig verhaal, druk bijna voor haar doen, waarin het bedachtzame formuleren, de kenmerkende, langzame stijl uit voorgaand werk baan ruimt voor een veel nerveuzer heen en weer gepraat. Als een van de trendsetters voor Singels uitgavepolitiek zonder twijfel een voltreffer. Regelmatig onderbreekt A.F.Th. van der Heijden het werk aan zijn monumentale, steeds verder uitdijende romancyclus De tandeloze tijd, zo bv. voor dit ‘persoonlijk intermezzo’, De sandwich. Het boek draagt als ondertitel ‘een requiem’ en het is een zoektocht naar het leven en de plotse dood van twee verre vrienden. Een existentiële zoektocht is het, een betekenisgevend teruggaan in het verleden. Van der Heijden is een verteller pur sang, De sandwich is een krachtig stuk narratief proza waarvan de leesbaarheid in het geheel niet onder het zwaarwichtige thema heeft te lijden. In 1992 nog als
Salamander-pocket verschenen.
Lichtvoetigheid en calvinisme sluiten doorgaans niet naadloos op elkaar aan. Maarten 't Hart doet ze, blijkbaar tot tevredenheid van een zeer groot publiek, passen. De jacobsladder (1986) verschijnt hier in 21ste druk. De jonge Adriaan Vroklage komt op een dag thuis om iedereen in tranen te vinden over zijn schielijke dood. Dat niet hijzelf bij het nemen van de veerboot tussen wal en schip is geraakt maar een ander, overlaadt hem met schuldgevoelens die zijn verdere leven zullen tekenen. Een boeiend boek, zondermeer.
De zes verhalen in De meisjes van de suikerwerkfabriek, Tessa de Loo's debuut uit 1983, kondigden toen een beloftevol auteur aan. Sindsdien verschenen nog drie romans en twee novellen die de belofte waarmaakten. De Loo werd voor haar laatste roman, De tweeling, trouwens met de Nederlandse publieksprijs 1994 bekroond.
Een hart van prikkeldraad van Lisette Lewin tenslotte, het verhaal over de carrière van Greetje van der Plas als moffenhoer, lijdt m.i. wat onder een breedvoerige drang álles te willen uitzeggen. Coherentie en literaire spankracht zijn daarbij de verliezers.
Sterke verkoopprestaties nastreven door de uitgave van (op z'n minst) verdienstelijk werk heeft in dit eerste aanbod tot een aangename selectie geleid: vlot leesbare boeken met een stevig gedachtengoed, die beslist velen zullen kunnen aanspreken. Kristien Hemmerechts staat er voorlopig als enige Vlaming wat eenzaam bij. Dat blijft nog even zo en anderstalig werk komt ook nog niet echt aan de bak, want onder de aangekondigde pockets werden naast Marion Bloem, Simon Carmiggelt, Hella S. Haasse, Joost Zwagerman (om er maar een paar te noemen) enkel Julian Barnes en Truman Capote als vertaalde auteurs vermeld.