Volksbeschaving door kunst.
- Wat men in andere landen zo al doet, ten einde de grote, minder ontwikkelde menigte, de profanen, van lieverlede in te wijden in de eredienst van het schone, blijkt - altans voor een heel klein deeltje - uit een belangrijke bijdrage, welke onlangs in een van de voornaamste Nederlandse bladen het licht zag en waaruit wij het onderstaande overnemen.
In de eerste plaats is er spraak van Zwitserland, het kleine, België in rijkdom zeker niet overtreffende Zwitserland.
‘De Pestalozzi vereniging bezit tans negen openbare leeszalen, waar 58 dagbladen in 700 eksemplaren ter lezing liggen. De grote centrale biebliotheek, die ook de leeszalen van litteratuur voorziet, telt 240,000 boeken en leent meer dan 50,000 boeken per jaar uit. De 11 kosteloze lezingen van het laatste jaar werden bezocht door ongeveer 1000 toehoorders. De wetenschappelike leergangen (1 frank per cursus) trokken ongeveer 300 deelnemers. Hierbij moet echter in aanmerking worden genomen, dat een aantal nieuw opgerichte verenigingen op hetzelfde gebied werken. De konsert-kommissie gaf 19 kosteloze konserten, die op zondagen werden gehouden in de Tonhalle, waarin 1500 mensen plaats kunnen vinden en die steeds geheel gevuld was. In de schouwburg werden zeven voorstellingen gegeven tegen lage prijzen (20, 30 en 80 centimes en 1 frank per plaats). De zondagavonden in de Winter worden verder gevuld met voordrachten en uitvoeringen van zangverenigingen. Ten slotte verspreidde men noch een geïllustreerd maandschrift voor het volk, “Am haüslichen Herd”, met een novellistiese en sociaal-polietieke inhoud.’
Noch belangrijker is, wat in Engeland, en in de eerste plaats in de hoofdstad an de Tames, gedaan wordt:
‘Schilderijententoonstellingen voor het volk hebben te Londen al een betrekkelik lang leven achter de rug. Het was in 1880, dat de heer en mevrouw Barnett, de schrijvers van “Uitvoerbaar Socialisme”, voor het eerst een tentoonstelling in Whitechapel organiezeerden. Enige vrienden van hen hadden hun schilderijen ter beschikking gesteld, terwijl andere weder de bewaking en de uitlegging op zich hadden genomen. De eerste poging gelukte uitnemend en bijna elk jaar werd zij herhaald. In de laatste jaren was het aantal bezoekers zelfs gestegen tot 63,000.
Na Whitechapel volgden andere distrikten van Oost-Londen, Bermondey, Canning, Fown en Stratfort. Toen meende Barnett het ogenblik gekomen, om een eigen gebouw op te richten. Met de hulp van de nooit weigerende heer Passmore Edwards werd de Whitechapel - Picture - Gallery aan de