Kroniekje van Hoegaarden 1670-1759

1741

den 29 april is afgeleijt een rente aen mijn heer van den berge van drij hondert guld(ens) wisselgelt maeckende in loopende drij hondert en vijftich guld(ens).

jtem den 16 meij ontrent 6 uren savons is gestorven den heer guilielmus gijsselen commensael gebortigh van ruremonde, en begraeven achter in ons kerck naer den cant van S(in)t rochus autaer.

anno 1741 in de maendt iulius is van onsen cleijnen vijver lant begost te maecken om reden dat de carpels meer ten achter gongen als profiteerden, en is eenen breeden gracht en eenen smallen getrocken met werckliden maer niet sonder onkosten.

1741

den 8: 8ber sijnder gekocht ses silvere lepels en forcietten volgens gewicht en talaet⁽⁶⁶⁾ van silvere smit - 81 -

(66) Variant van ‘caraet’? Vgl. hiervoor quilaat, naast karaat als maat voor edele metalen (Verhoeff, o.c., 108).

[p. 29]

10 - item 4: groote tenne blasoen schotels - 12 - 0 -