Kroniekje van Hoegaarden 1670-1759

1736

is gemackt eene steene raeme in de pandt gaende naer sacristije.

item alsdan sijn de ijsere latten ingeset in den pandt sijnde de steene freijten van buijten afgebroken, de mueren waeren wel half swert van salpeter.

jtem alsdan is gemackt een silvere doose om de groote geconsacreerde hostie in te leggen 13 guld(ens) 5 st(uijvers).

jtem aen dispensatie van fr(ater) nijsmans 35 guld(ens).

jtem alsdan is gemackt eenen kelck met een silvere kuijpe.

jtem alsdan is gemackt een muerken in den molen met twee nieuw cruijsvensters met gelasen, en de keucken en kamer gepaveijt het paveijsel kost 50 guld(ens).

jtem alsdan is gemackt een nieuw meelkist in den molen met een nieuw kuijpe voor de molensteene.

jtem alsdan sijn gemackt vier paer kopere candelaeren voor de kercke en kosten 56 guld(ens).

jtem alsdan is gemackt een groote nieuw steene poorte voor barier, van te voren was maer een gevalle houte barier waeraen gebruijckt sijn hondert en vijf guld(ens) vijf st(uijvers) in kalck, hondert en elf guld(ens) en 14 st(uijvers) in daghueren en de steenkappers met de daghueren van fatsoeneren kosten ontrent de twee hondert guld(ens) sonder de steenen, eijcke plancken, en ijserwerck.