folio 24
1682
In dit jaar 1682 heeft de Cheur Prins, de jonghste soon van den Cheurvorst van Brandenburg, wiens oudste broeder int jaar 1701 Coninck van Pruyssen is gekroont, met Sijn Excell. den Graaf van den Bergh, onse Genadighsten Heer den Drost, en meer andere groote heeren in 't bijweesen van d'Eerw. oversten zijn geleijt door ons geheele convent, en op den reventer de susteren alle in ordre met neerhangende wielen. Waar op versochte, dat de sustere haar wielen soude opslaen, dat door d' Eerw. Oversten geboden wiert te doen. Hebben toen alle die heeren het klooster besien, behalven den dormpter, dat door versoek van d' Waarde mater en voorspraak van Sijn Genaden Heer den Drost door besondere consideratie en respecte wiert gelaten, omdat de celle van de susteren noyt in sulcke occasie zijn gesien.
Dit jaar in de maent mey heeft de stad laten maeken de straaten buyten alle de poorten. Toen ter tijd een gereformeerde borgemeester, genaemt Hr. Bernardus Veerren, heeft die van 't convent doen boodschappen door een stadsdinaer twee karren om tot dienst van de stad de weegen te helpen maaken. En is van het convent geweijgert en 't eenemaal afgeslagen om alsoo haer recht volgens privilegie te mainteneeren. En naar meer als extraordinarisse werkinge, die de borgers als toen hebben gedaen, als ook andere huysluyden van Bergeren, die daer toe niet gehouden waaren, so heeft 't convent ook op den 23 mey een dagh met twee stortkarren de borgers uyt liefde geassisteert. Soo noghtans, dat den voorschreven borgemeester belooft heeft als een man van eere sulkx niet soude strecken van eenige verminderingh van onse privilegie, die als doen omtrent 200 jaaren waren gemainteneert en ongeschent onderhouden. En is ook naderhant niet meer geschiet, hoewel de borgers nogh lange tijt aen dese straate werkten.