folio 17
[1676]
Int jaar 1676 is de lange kamer in patershuys met nieuwe plancken geleijt. En doen is het spreekhuys van boven tot beneede getimmert, dat omtrent duysent guldens gekost heeft. Het was van te voren maar een galderij, aen d'eene kant overdeckt, die van de deur van de straat tot aen de deur van het slot quam.
In dit selfde jaar is de muur gemetselt aen den boomgaert, daar de roode poort in staat, om na het bouwhuys te gaan.
Den 17 Augustus 1676 is vertrocken d'Eerw. pater Joannes Vosch om voor sijn selfs godvruchtig te leeven, eerst na Uytrecht gaende en naar eenige tijd treckende naar Italien te Genua. Is daar Carthuyser geworden, en daar volstandigh in gebleeven tot sijn doot. Naar het vertreck van d'Eerw pater Vosch heeft Sijn Hooghwde Heer Bisschop van Castorien, wenschende het convent goet te doen en haar lasten te verminderen, geordonneert dat de godsdienst en H. sacramenten aen