| |
| |
| |
[Het Kouter, nummer 1 1937]
Eerste balans
Een eerste jaar lang heeft Het Kouter zijn voren getrokken; een nieuwe jaarakker ligt wachtend voor ons. Het is goed ons, vóór we de hand aan den ploeg slaan, voor onszelve en voor onze lezers rekenschap te geven van onze kracht en zwakheid, van motieven en verlangens, van inspireerend geloof en moeizame realiteiten. Wat de Redactie nu, als bij den aanvang, voor oogen staat, is duidelijk uitgesproken in de inleiding van het eerste no. ‘Een Nieuw Begin’. Een paar kort samengevatte gedachten mogen hier in herinnering worden gebracht: De cultuur zien wij als het werk van den eeuwigscheppenden Geest, die echter tevens, als vormgeving door den mensch, telkens roept om een boven dit menschelijke uitgaande norm. Dus wijzen wij af een cultuurideaal los van religie, eveneens een religie, die de cultuur negeert. Wij erkennen geen tyrannie van eenig dogma, maar willen in iedere situatie vragen: wat wil God van ons ten opzichte van deze levensrealiteit? Onafhankelijk van theologische-, kerkelijke-, of politieke partijen wil Het Kouter z'n deel meedragen van den tijdnood en het meent dit alleen waarachtig te kunnen op de wijze van het Geloof.
Wij weten, dat velen dezen grondslag te formeel, te onbepaald principieel achten. Men wil tegenwoordig onmiddellijk en zakelijk-precies weten, of ge zijt vóór dit of tégen dat. Ook de redactie ziet in deze wijze van formuleeren wel een zwakheid. Maar eveneens een sterkte. Sterk is ze in zooverre ze terugroept naar de grondvragen, die in allerlei practische concreetheid beslissend zijn. Zich in de concrete gevallen niet maar op wettische regels, op program-artikelen te beroepen, maar zich op zulke principes te bezinnen, kan het voorgelegde probleem vereenvoudigen en verhelderen, het vraagt tevens bezonnen moed, het brengt in de houding iets van een diepere resoluutheid.
De zwakheid van deze beginselverklaring, juist in een tijd
| |
| |
waarin zooveel uiterlijk en innerlijk op drift geraakte, is, dat ze in de concreetheid gebracht aarzelt, dikwijls bij een ‘non liquet’ blijft staan en bij onderscheiden persoonlijkheden ook binnen onzen engeren kring tot uiteenloopende conclusies leidt. De Redactie meent dat zij in volle waakzaamheid voor de gevaren en in vol bewustzijn van de conscientieuse samenwerking die haar standpunt eischt, bij de geschetste principieele begrenzing blijven moet. Alleen zöö zijn de onafhankelijkheid en de lenigheid, die de opzet van Het Kouter veronderstelt, veilig. Met algemeene concretiseeringen toch, die zeker mogelijk zijn, ware weinig gewonnen, zij zijn toch òf veelduidig, òf vanzelfsprekend. Dit vooropgezet, wil zij gaarne als het ware ter illustratie, niet als program, uitspreken, dat haar uitgangspunt meebrengt strijd voor de suprematie en vrijheid van den geest, voor religieus humanisme, voor een ordening der sociale maatschappij en der volkerensamenleving op den grondslag der gerechtigheid, tegen geestelijke-, oeconomische-, politieke terreur, tegen elke macchiavelliaansche methode, tegen vertechniseering van het geestelijk leven, tegen scheiding der menschen op ongeestelijke motieven, enz..
Ons tijdschrift bedoelt niet van alles wat er interessant te koop is in de huidige wereld aan te bieden beschrijving en analyse; het pretendeert in alle bescheidenheid leiding te geven. Het zal dit voornamelijk op drie wijzen moeten nastreven.
1o. Door het principieele getuigenis, door omschrijving en belijdenis van het allesbeheerschend geloofsstandpunt. Dit is van grooter waarde dan menigeen thans beseft. Als een appèl op het zelfstandig denken en op het geweten, als een oproep tot anderen in dezen tijd van leuzen en massaas zich rekenschap te geven van het diepste, kan dit getuigen, uitgesproken in de stille zekerheid eener zielsovertuiging, ongedachten invloed uitoefenen.
2o. Door een heldere, onbevangen oriënteering. In de chaotische volheid is deze oriënteering voor den huidigen intellectueel uitermate moeilijk overal waar niet zijn eigen speciaal terrein ligt. Goede overzichten van de belangrijkste litteratuur op onderscheiden gebieden, van de ontwikkeling van nieuwe stroomingen en groepeeringen, worden thans dikwijls pijnlijk gemist. Evenals op velerlei ander gebied kon de redactie in
| |
| |
haar eerste jaar slechts weinig van haar wenschen in dezen vervuld zien. Gewezen moge hier worden op het uitvoerig artikel van Dr. H. de Vos over de huidige theologische situatie. Andere soortgelijke artikelen als een over de belangrijkste litteratuur uit de laatste jaren over het sociale vraagstuk van Roomschen en Protestantschen kant, zullen spoedig volgen.
Op nog geheel andere wijze is critische oriënteering noodig, nl. als een ontleding en beproeving op hunnen zin van de vele kwistig gebruikte en concreet genoemde begrippen en termen in den huidigen strijd der geesten. Wij denken aan een onderzoek van den waren zin, van de schijnfiguren, van historische ontwikkeling en practische vergroeiing van begrippen als: gerechtigheid, vrijheid, ras, democratie, humanisme, openbaring, creativiteit, leven, natuurwet enz..
3o. Door het streven naar concreetheid in den zin van het trekken van conclusies, van oordeel. Bij het laatste onder 2o. genoemde zal zich het oordeel reeds onvermijdelijk met de oriënteering verbinden. Wil Het Kouter leiding geven, dan moet het ook ten opzichte van allerlei thans voorgedragen theorie, van nagestreefde afbraak en ordening, van persoonlijke en massale acties, van levensuitingen in de kunst enz. naar voren treden met een positief en negatief oordeel, met these en kritiek. De Redactie is bij voortduur er ernstig op bedacht voor wat op deze wijze geestelijk-actueel is van hare medewerkers of medeleden artikelen te vragen, die in den besten zin leiding kunnen geven. Dat dit moeilijk is, dat hier veel teleurstelling onvermijdelijk is, weet ieder, die zijn tijd kent en ooit zulke arbeid beproefde.
De principieele opzet van Het Kouter biedt nog in ander opzicht en op tweeërlei wijs mogelijkheden en plichten. Hier onderstrepen wij het woord ‘onafhankelijk’.
Ten eerste stellen wij deze onafhankelijkheid ten opzichte van allerlei standpunten op politiek-, sociaal- kunstcritisch gebied enz.. Natuurlijk is hier geen sprake van absolute onzijdigheid. Het behoeft niet gezegd, dat een tijdschrift als het onze en met de historie van Smidse en Barchembladen achter zich, zich teweer stelt tegen de godloozenbeweging of op geheel ander terrein tegen een zoogen. schriftuurlijke kunstkritiek à
| |
| |
la Seerp Anema. Maar er blijven groote terreinen die niet zonder meer of in totaal in harmonie of conflict met onze grondideeën zijn te achten en ten opzichte van welke onder redacteuren en medewerkers allerlei gradatie van waardeering bestaat. In concrete bewegingen uiten zich dikwijls ideeën, die elkander principieel moesten uitsluiten, maar hier wonderlijk samengegroeid zijn. Hier nu heeft een tijdschrift als het onze den onafhankelijken plicht tot schiften. In de wereld rondom stellen partijen, ook bij de veelal tegenstrijdige complicaties van hun ideeën, hun visie op de wereld als een onaantastbaar, gesloten en indiscussiabel program. Overleg wordt welbewust geweerd. Tegen zulk een waan van absolute tegenstelling richten wij ons als ‘onafhankelijk’. Het zou toch ook wel dwaas zijn, als in elkaar bekampende, millioenen bezielende bewegingen tot nieuwe ordening of opbouw, tot formuleering of activeering van de verhouding van God en mensch enz. niet aan beide zijden momenten van waarde lagen! Hier ligt voor ons een taak, niet slechts negatief in 't weigeren van als absoluut opgedrongen tegenstellingen maar ook als positieve synthese. En dit is geen arbeid ten behoeve van scrupuleuze fijnproevers, maar hulp aan talloozen, vooral jongeren, die zich nu geestelijk dakloos gevoelen en zoeken naar een nieuwe oriënteering. Het jaar 1937 is verkiezingsjaar in Nederland. Brengt dit voor Het Kouter niet een bijzondere toespitsing van haar taak mede? Natuurlijk niet in dien zin, dat het tijdschrift in 't krijt zou treden voor of tegen een bepaalde partij of candidaat, maar dat het den lezers in een onderzoek der aan de orde zijnde vragen zou helpen bij een geestelijk-verantwoorde keus. De redactie beseft, dat hier groote voorzichtigheid geboden is, maar heeft in ieder geval de vraag, wat hier van haar te verwachten is, in studie genomen.
Ons onafhankelijk-zijn is in onze principes ten tweede en bijzonder gesteld ten opzichte van theologische en kerkelijke richtingen. Dit is erfenis van Barchem-Bladen; in onzen eersten prospectus is er al op gewezen, dat Barchem-Bladen zich naar rechts als naar links tot een wijder kring richtte dan de Smidse (die op haar beurt weer intensiever verband hield met de vrijzinnige jeugd). Er werkt hier na de traditie uit den eersten tijd van Barchem, dat toen sterk ‘eenheidsbeweging’ was
| |
| |
en niet minder die van het onafhankelijk tijdschrift ‘Omhoog’, voorganger van Barchem-Bladen. De tijdsgeest is tegenover zulk een onafhankelijk staan uit begeerte naar synthese zeker niet sympathieker geworden. Wij blijven in Het Kouter, zij 't (evenals Barchem) dikwijls teleurgesteld, toch deze mogelijkheden openhouden; wie weet komt de tijd, dat men het aanknoopingspunt noodig heeft! In ieder geval bieden wij gemakkelijker dan de organen van beperkte groepen de kans tot een samengaan op terreinen, waar een boven rechts en links uitgaand christendom gelijke of verwante conclusies trekt, in maatschappelijke, wetenschappelijke, ethische, aesthetische vraagstukken. En dan staat hier een podium voor gedachtenwisseling over belangrijke vragen, waarbij de band, die allen aan 't eigen tijdschrift bindt en de waakzaamheid der redactie een zuiver peil kunnen waarborgen.
Wanneer wij vanuit het ontwikkeld kritisch standpunt den eersten jaargang overzien, is er licht en schaduw. Wij laten de lichtzijden aan den lezer over, die den bundel nog eens doorbladert, en bedenkt, dat natuurlijk slechts een keus aan de orde kon komen van wat in 1936 de bonte wereld toonde. Laat ons zelf eens opnoemen, waar wij, naar eigen gevoel het meest tekort schoten. Er valt dan te wijzen op: een minder worden en tenslotte geheel ontbreken van de kleine rubriek ‘Actueel’; het min of meer toevallige en planlooze van beschouwingen over litteratuur en het bijna geheel ontbreken van zulke over plastische kunsten; de geringe medewerking van zoogen. rechts; het tekort aan artikelen speciaal aan jeugdbewegingen gewijd of zich speciaal tot de jongeren richtend; het publiceeren in een jaar tijds van slechts één overzicht van belangrijke recente litteratuur over een bepaald terrein; het kleine aantal artikelen van natuurwetenschappelijken kant.
Natuurlijk is er meer kritiek te oefenen. Niemand weet dat beter dan de redactie; de tekorten, die zij constateert treffen haar zelve te sterker omdat ze in strijd zijn met weloverwogen plannen. Bovendien bedenke men, dat een nieuw tijdschrift wel veel copie krijgt toegezonden, die niet aanvaardbaar is, maar dat beloften van gewenschte medewerkers veelal niet dadelijk inlosbaar zijn! De lezer zij overtuigd, dat de redactie het hare doet in den tweeden jaargang gemaakte fouten te
| |
| |
vermijden en tekorten aan te vullen. Aan het eind van dit eerste jaar heeft zij zich ook in 't bijzonder bezig gehouden met de eischen, die aan een Kouterartikel moeten worden gesteld. Het kan zijn nut hebben onze wenschen daaromtrent eens samengevat te publiceeren. Een Kouterartikel moet niet zijn een nauwelijks omgewerkte lezing, waarvan karakter en vorm wezenlijk van een tijdschriftartikel verschillen; het moet geen grooter omvang hebben dan ongeveer 16 pag.; het moet niet louter beschrijvend zijn; de analyse moet niet zijn een ontbinding in factoren, maar een opsporen van den dieperen levensgrond achter de verschijnselen; het moet de verschijnselen meten aan een norm; het moet nergens alleen negatief zijn, nooit alleen zeggen, wat niet mag of moet, maar een positief ideaal stellen; het moet voortdurend doen gevoelen de levende aandacht van den auteur; het moet geschreven zijn in heldere, zoo mogelijk beeldende taal; al mag niet de eisch gesteld, dat er in 't geheel geen zoogen. ‘moeilijke artikelen’ zijn, toch zeker deze, dat het geen vaklitteratuur met vaktermen worde.
Wij, Redactie, doen een beroep op u allen! Wij kunnen met een lezersaantal tegen de duizend aan zeker in vergelijking met andere maandbladen niet ontevreden zijn. Toch is het ons aller meening dat dit tijdschrift het verdiende, dat er meer aandacht aan gewijd werd dan althans constateerbaar geschiedt. De groote pers vindt het, enkele gelukkige uitzonderingen daargelaten, niet noodig notitie van ons te nemen; buiten den kring der organisaties die achter ons staan is onze naam meestal een vreemde klank. Helpt mede, lezers, ook hierin verbetering te brengen, propageert ons tijdschrift door nieuwe abonnés te winnen, maar niet minder door ook zonder abonnement op zijn beteekenis, zijn bedoelingen te wijzen overal in het gezelschap van menschen - en dat zijn er velen - die de honger in zich dragen naar een mededienen in dezen tijd vanuit geestelijke kracht.
Wij geven hier geen lijst van verwachte artikelen, van onderwerpen, die wij aan de orde willen stellen. Er is met meerdere auteurs overleg gaande; een lijstje nu op te sommen van wat vaststaat zou een eenzijdige onvolledigheid beteekenen. En wat groeit dikwijls uit aanvankelijke plannen geheel gewijzigde werkelijkheid! Gij kent ons program en onze verlangens. Wij houden de oogen open voor iedere kans.
Redactie
|
|