Het jubileum van de V.P.R.O.
Een hartelijke gelukwens aan de leiding van de V.P.R.O. en tevens aan ans hele Nederlandse volk moge, zij het dan wat laat, hier geuit worden. Zeker eerst aan de leiding, die de overduidelijke bewijzen ontving van het feit dat tallozen zeer aan de V.P.R.O. zijn gehecht, dat hij in ons volksleven zich zijn plaats heeft gemaakt.
Er zou daarover heel wat te zeggen zijn: verheugend was het feit dat een minister - en waarlijk niet de minst bekwame - open en duidelijk sprak van ‘ons’ vrijzinnig-protestants geloof; verheugend was het feit van de massale bijeenkomst in het Concertgebouw (Vrijzinnig-protestantisme en massa! Wat 'n wonder!); verheugend was in de redevoeringen het besef van eenheid en verantwoordelijkheid. Enz. Het moet voor de leiding een reden tot grote dankbaarheid zijn geweest.
Maar niet minder is dit jubileum een gelukwens waard aan ons hele volk. Wij mogen er allen tezamen ontzaglijk dankbaar voor zijn, dat de stroom van Christelijk humanisme, die sedert eeuwen door onze historie gaat, in het heden sterk blijft, sterk door zijn wortels in het volk (en de invloed reikt heel wat verder dan het georganiseerde Vrijz. Protestantisme); wij mogen er dankbaar voor zijn, dat verdraagzaamheid, geestelijke vrijheid, eerbied voor geweten en mensenwaarde hoge geestelijke goederen zijn. Dieper dan vroeger, geleerd door wat diktaturen aan bruutheid openbaren en aanblazen, beseffen wij welk een zegen het is voor heel een volk, wanneer zijn democratie geworteld is in een Godsgeloof, in een Evangelische gezindheid, die principieel de geestelijke verscheidenheid als rijkdom aanvaardt.
Het zou dwaas zijn, dit aan te zien voor het werk van het Vrijz. Prot. alleen. Maar het heeft aan dit geestelijk bezit van ons volk zijn belangrijk aandeel geleverd. De V.P.R.O., wetend dat adeldom verplicht, wekt en versterkt dit bezit van ons volk voortdurend; zo vervult hij een dienende functie van hoge orde. Zijn werk blijve gezegend.