De koninginne van Hongaryen
(1746)–Anoniem De koninginne van Hongaryen– AuteursrechtvrijOp de wyze: Iet moet ik u Laura vragen,Of: ‘k Ben in de tyt van nege dage.
P. Dianier roeide in een schuitje
Mengt haar keeltjen onder ’t Fluitje.
Van haar vryer Koridon
Doris kroost met natte pruyken
Flux quam van de gront opduyken,
En zich baakren in de Zon.
Na veel zingens dees gelieven,
Beurt om beurt een Lied aanhieven,
| |
[pagina 64]
| |
Liedtjes zonder wederga.
Zy prees ‘t mijen, by het huwen:
d’Een wou vryen, d’ander schuwen.
Zy zong voor, en hy peep na.
D. Maagden die den rey vercieren,
Zyn als Febus lauwerieren:
Maagden groene als de palm.
Wat zyn vryers woorden heden,
Hun beloften en hun beden,
Meer als krachtelooze galm?
K. Maagden die de min uitsluiten,
Hare jeugt verydeltuiten,
En verwekken niemants gonst
(Men mag ’t zus of zo bewimpelen!)
Och wat is het, als met rimplen
d’Ouderdom het voorhooft fronst?
D. Voorhooft fronstze, die met zinnen,
En gedachten staat aan ’t minnen,
Is het niet een zotte klucht,
Dat men laat zyn vryheyt slippen,
Om het drukken van de lippen,
Om een scharrebiers genucht?
K. Zotter is ’t jeugts frisse roozen,
Achtloos te verruckeloozen,
En den minnaar slechts te spyt,
Na goe dagen, en quae nachten,
Vreugt noch zegen te verwachten,
Maar elkx laster en verwyt.
D. Koridon, gy meugt wat praten,
Maar ik zal u eeuwig haten,
Boeime niet door dwaze trouw,
K. Dianier ’t zyn meyskens vlagen.
’t Zal uw eeuwig liefde dragen,
En hoog achten als een vrouw.
| |
[pagina 65]
| |
D. Ia zo fluyt men met verlangen,
Om het vogeltje te vangen,
En te sluyten in een kouw.
K. Neen zo lokt het harders knaapje,
Om het afgedwaalde schaapje,
Dat hy garen hoeden zou.
D. Koridon, zetme op aan d’elzen.
K. Die malkanderen omhelzen?
D. Koridon gy zyt een boef
Laat de maagden eenzaam peynzen.
K. Dianier, hoe kunje veynzen.
Zonder vryer, zonder troef.
P. Onder spel van zang en fluytje,
Vat een buy in ’t zeyl van ’t schuytje,
Mit sloeg’t om: zy riep in noot.
Hy omarmde Dianiertje;
En kreet: water, blusch geen viertje,
Dronk met haar een zoete doot.
|
|