Het tweede deel van de koddige olipodrigo(1654)–Anoniem De koddige olipodrigo– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 15] [p. 15] Toon: O gy die 's Werelts Recht. WEl hey! mag dit zoo zijn, Droog zitten by de Wijn; Wel vrinden, zeg, wat zegje, lijd jou keel geen pijn? Komt laat ons eens een glas Om drinken op zijn pas; 'k Ben te vreede,, jey meede? de wijn die is eêl. Ons harten,, al smarten, maak vaardig u keel, Wy zullen 't verwachten; maar elk eeven veel. Tza spoelt mijn eens een fluit; Heer Bruidegom en Bruidt, 'k Zal dit, op u gezontheid, schoontjes drinken uit, [pagina 16] [p. 16] Mits 't my word naar gedaan: Zeg buur-man neemje 't aan? Wat zoo dan,, ik vloo dan de wijn in mijn huyt: Want wacht ik,, zoo smacht ik van droogte. Uyt, uyt. Wie roept daar? Maak beeter; ik drink dat het stuyt. 3.[regelnummer] Sta Schenker, kom hier maat, Schenk tot daar 't teeken staat; Maar Schenkt 'er doch niet onder: want jey weet hoe 't gaat, Dat had hy niet zoo veel, Daar raakte licht krakeel. Daar Buur-man,, vat aan dan, en speel weêr avoes; Niet zette,, 't mocht smette, maak ledig de kroes. Die Schoorsteen trekt noch wel, dat 's fraytjes gaar oes. C.S. Vorige Volgende