Het tweede deel van de koddige olipodrigo
(1654)–Anoniem De koddige olipodrigo– Auteursrechtvrij
[pagina 192]
| |
Een Opperhooft van Bruylofs-Booden,
Een Huyghelaar by arm en rijk;
Hy was gewoon zijn rol te lezen
Naar yders uyterlijk gelaat,
Geen Hoer blankette meer haar wezen,
Als hy de zijn met honig-raadt.
Maar ach! de Doodt weet niet te hoven,
Die onbeleefde sloeg hem doodt,
Die gaat d'onheusheit zelf te boven,
't Zy hey dat ik kom ongenoodt.
A. de Haas.
|
|