Het tweede deel van de koddige olipodrigo(1654)–Anoniem De koddige olipodrigo– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 172] [p. 172] De gehoonde Jong-mal. Toon: Prins Robberts Mars. OElleweeke dat 's een spijt! Ke daar, ik word schier aars, Myn Aeft, Aeft, Aeft, me soo ontvrijd, Die droely haalt die flaars, Ik zweer haar by myn mann likheir, Hiet ik aars die ik hiet, Dat ik haar in der eeuwigheit Zal rokkene verdriet. 2.[regelnummer] Wel hay wat of de kronje mient, Dat ik haar gek wil zijn? [pagina 173] [p. 173] 'k Had liever dat haar al 't gebient Gerabraakt wierd hiel fijn; Dat mocht men dan haar Troetelaar, Die rechte drooge Queen, In-geven, 'k wed die hoetelaar Dan recht zou Henne treen. 3.[regelnummer] Want deze hiete ritze Teef Schier enkel gailheit is. Foey dat ik deze hoon beleef! Ik dobbel altijdts mis; Dees Voddemoer zwoer mijn haar trouw, Ik mien ze was men Bruidt, Wie pokke zou dat denke; nou Lacht zy mijn leelijk UYT. W.S. Vorige Volgende