Het tweede deel van de koddige olipodrigo
(1654)–Anoniem De koddige olipodrigo– Auteursrechtvrij
[pagina t.o. 145]
| |
f145
| |
[pagina 145]
| |
[pagina 146]
| |
Want mijn hart is als een steen,
Dat verhart gestadig alle dagen,
Daarom bid ik staakt al u gebeên.
Jongman.
Het water kan een steen beweegen
Door 't gedurige gedrop:
Dus ik op u hartjens top
Gestadig stort een vloet van brakke regen,
Uyt mijn vol en overlade krop.
Dochter.
Stantvastig lijkt gy in u spreeken;
Maar waar 't hart gelijk de tong,
Licht 'k my tot u liefde dwong,
| |
[pagina 147]
| |
Mijn hart beweegt wel door u droevig smeken;
Maar ik vrees, gy zijt te los en jong.
Jongman.
Wel aan dan, schoone, wel beminde,
Neemt proef van myn trouwe Min,
Ziet of ik stantvastig bin.
Rukt uit mijn hart, gy zult u beelt daar vinden,
Twyffelt dan niet jonge zin.
Catharina Questiers.
|
|