Het tweede deel van de koddige olipodrigo(1654)–Anoniem De koddige olipodrigo– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 28] [p. 28] A. B. C. Min, aen Juffrouw A. B. C. A aeltje datm' ontwrinkt, B baarsje datm' ontsprinkt, C cuil die mijn verdrinkt, D droesje dat me dwinkt, E entje van mijn min, F fretje na men zin, G gast - huis daar ik in H heeltjes graagjes bin; I jachje van me jeugt, K knipjen van geneugt, L laatje van me vreugt, M mantjen vol van deugt, N natter veur me zijl, [pagina 29] [p. 29] O osje veur me bijl, P puik - doel veur me pijl, Q quikstart van men hyl, R rotje veur me spek, S slakje an men hek, T troosje van gebrek, V vatje veur me lek, W witje van me wit, Y ysje veur men hit, Z ziet eens hoe ik bit, Dies gun uw voet - veeg dit: Dat hy gelijk een Mol Mag vroeten in je... Ik bidje Mannetjes - duit, ey slaat de koop toch toe, Of ik word, by me s'Jan, dit vryen strax aars moe. T.S. 2. 3. B.R. 2. V. Vorige Volgende