Het tweede deel van de koddige olipodrigo(1654)–Anoniem De koddige olipodrigo– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] Op Sr. Jan v. B. JAn die tot d'ooren toe in schult steekt, arme Vaâr, Wenscht dat het heele Jaar maar eene Sondagh waar. De Maandagh boven al, en d'andere heeft Jan Een sonderlinge walg, een vreemde af-schrik van. Wat oorsaak mag het zijn, dat Jan wenscht, zoo hy zeid, Dat 't altijd Sondag waar? is 't uit Godts-dienstigheid? O neen, ô neen, ô neen. Hy komt in kerk noch kluis, Maar in zijn Beurs heeft hy geen penning, munt noch kruis, En daarom wenscht de bloed om eeuwig Sonne-dag, Om dat men op die dag geen schulden manen mag. Vorige Volgende