Den koddigen opdisser. Deel 1
(1678)–Anoniem Koddigen opdisser, Den– Auteursrechtvrij
[pagina 163]
| |
Ick win de kost niet tot mijn keel;
De luy die geven my doch na,
Wanneer dat ick uyt nayen ga,
Dat ick ben een snoode pry,
Die het hout met Hoerery.
Wel, ô! vuyle laster-monden,
Die mijn dickwils hebt geschonden,
En gelastert mijne eer,
'k Bid u schendt mijn doch niet meer;
Want ick win met vlyt mijn broodt,
En het geen ick heb van noot.
|
|