om te overweldigen het Cabinet van uw alderwaarste Tresoor; en so gy dan wilt vluchten in den Toorn van gramschap, sal ik u slaan met een drydubbelt canon van mijne gebeden, sodanigh, dat ik sal doen sincken de heymelijcke sluyt-poort van uwe geveynstheyt, en my maken tot een braaf Capiteyn en besitter van het Kasteel van uwe liefde: daar na sal ik het konstigh vyer van mijn Discours werpen inde schuur van uw geest, die daar door gedwongen sult worden my te roepen om deselve brandt uyt te blussen, en als dan sal ick mijn dagen overbrengen tot uwen dienst; blijvende ondertussen, die gy geweten hebt, weet, en weten sult, die is en was en blijven sal, uwe groote, kleyne, dicke, dunne vette, magre, vruchtbare en onvruchtbare en overvloedige
Dienaer Niemant, Heer van Geenlant, Drost van Nergenshuisen, gelegen tussen twee hoornen van een Rasende Stier.
Geschreven in Geenstat, in't jaar negen min dan vier, den 23. May.
3. weken voor Paas.
Al slapende.