Den vermakelycken opdisser. Deel 2
(1677)–Anoniem Koddigen opdisser, Den– Auteursrechtvrij
[pagina 114]
| |
In de Minne kunst bedreven;
Nogh wil Kaatje hem niet geven
't Woortje daer siin Ziel na haakt.
Wel wat mag het Meisje porren,
Datse hem niet lugten kan?
Hoor Piet van de gouwe Torren,
Die soo cierliik voor ons snorren,
Komt noit eenig voordeel van,
Maar de Bytjes die ons steken
Geven Honig, suiker-soet;
Daarom denktse, slechte Leeken,
Die in moie Kleren steeken,
Doen geen Jeugdig Meisje goet.
|
|