Den kluchtigen bancket-kramer of 't leven en bedrijf van Frans de Gek
(1992)–Anoniem Den kluchtigen bancket-kramer of 't leven en bedrijf van Frans de Gek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 71]
| |
Jan de Medices oorlogende tegens den marquis van Mantua, sagh een ruyter verre buyten sijn gelidt en compagnie, waerom hy met sijn rappierGa naar voetnoot* nae hem toe reed om hem te dooden. Den ruyter riep dickwils: ‘Mijn heer, blijft van my, wilt ghy geen dood mensch wesen.’ De Medices de volharding van desen soldaet siende, wende sijn paerdt en reedt wegh. Als hy daerna in sijn tent was, beval hy den soldaet te halen. Wanneer hy in sijn tegenwoordigheydt quam, vraegde hy hem: ‘Sijt ghy dengenen welck my op desen dagh heeft willen dooden?’ ‘Ja ick, mijn heer,’ antwoorde den soldaet. ‘Hoe had ghy dese stoutigheydtGa naar voetnoot*?’ sey den veltheer. ‘Omdat ick liever u woude dooden,’ antwoorde hy, ‘dan ghy my.’ De Medices hoorde dese woorden voor een wacker soldaet passende, deed hem tweehondert ducaten tellenGa naar voetnoot*, en maeckte hem capiteyn over een compagnie. |