Den kluchtigen bancket-kramer of 't leven en bedrijf van Frans de Gek
(1992)–Anoniem Den kluchtigen bancket-kramer of 't leven en bedrijf van Frans de Gek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 60]
| |
227. Gelijckenis van een voorstellingEen seker persoon seyde dat de arme menschen door gulsigheyt, de rijcken door honger en de geestelijcken door koude sterven. Dat leyde hy alsoo uyt: Wanneer een arm mensch sieck wordt, komen terstondt de vrienden van alle kanten en brenghen elck dit en de ander dat voort, waerdoor hy de ongewoonlijcke leckere spijs soo gulsig inslockt dat de maegh overladen sijnde, hy ten laetsten door de rouheydtGa naar voetnoot* komt te sterven. Maer de rijcken, opdat de overblijfsels van de overvloedige spijs uytdampen mogen, worden van de medicijnmeesters gedwongen soo op haer diaetaGa naar voetnoot* te leven dat se daer soo kranck van worden dat se niet weder terecht konnen gebraght worden. Maer de geestelijckheydt, welcke vrouw noch kinderen hebben die hare goederen erven konnen, worden terstont, als se sieck worden, van hare dienaers, huysghenoten, gebuyren, magenGa naar voetnoot* van hare kleederen en bedden berooft dewijl se noch leven, also dat se also ellendich gedwongen worden te sterven. |