Den kluchtigen bancket-kramer of 't leven en bedrijf van Frans de Gek
(1992)–Anoniem Den kluchtigen bancket-kramer of 't leven en bedrijf van Frans de Gek– Auteursrechtelijk beschermd201. Van een beursesnyder welck een ander beursensnijder berooven wouOnder de regering van Carel de IX was er een beursesnijder welck hem verrijckt had met 't selve ambacht. Dese quam op een tijdt in de comedieGa naar voetnoot*, gekleet sijnde als een edelman, met een mantel op welkes schoefGa naar voetnoot* hy een dosijn gouden knoopen had. Een ander beursesnyder siende so schoonen roof onder 't midden van 't gedrang, vervoegde sich daerby om sijn meesterstuck te toonen. Als hy | |
[pagina 54]
| |
behendigh den eersten daerof had, ging hy alsoo voort tot den lesten toe, maer als hy den laetsten begon af te snijden, nam den voorverhaelden edelman met een mes sijn slagh waer en sneed den beursesnijder een oor af, en dat met één veegGa naar voetnoot*. Den beursesnijder begon terstont te schreeuwen: ‘Mijn oor, mijn oor.’ Den anderen: ‘Mijne knopen, mijne knopen.’ ‘Zie, daer sijn se,’ sey den beursesnijder, ‘en daer u oor,’ sey den edelman, en also hebben se malkander bekent voldaen te hebben. |