Den kluchtigen bancket-kramer of 't leven en bedrijf van Frans de Gek
(1992)–Anoniem Den kluchtigen bancket-kramer of 't leven en bedrijf van Frans de Gek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 38]
| |
goden gaven dat men weder verrijsen moght en een mensch gheoorlooft was weder een mensch te worden of een hondt, schaep, bock, paerdt of eenigh ander beest, dat hy liever een ander gestalt als de gestalt van een mensch aennemen sou, want men sach dat een schoon paert heerlicker gehouden wiert als een lelijck en met groote sorg onderhouden en gevoet, dat oock een goeden hond meer geacht wiert als een quaden en een schoonen haen beter gemest wiert als een onnooselen en dat voorts de beste van alle onvernuftige dieren beter onhael had als de slechtste, maer dat het een mensch geensins batede of hy goet, geleert of van een edelen aert was, want hy sach dat de pluymstrijckersGa naar voetnoot* de eerste plaets in hadden, de lasteraers de tweede, de verklickers de derde en dat alsoo vervolgende de quade menschen en dooghnieten de beste plaetsen kregen, waeruyt hy besloot dat het beter was in een ezel vervormt te worden als in een menschengestalt te sien dat de boeven in de grootste waerdicheyt leefden. |
|