Den kluchtigen bancket-kramer of 't leven en bedrijf van Frans de Gek
(1992)–Anoniem Den kluchtigen bancket-kramer of 't leven en bedrijf van Frans de Gek– Auteursrechtelijk beschermd109. De ydele glorie beschaemt sichselvenEen seker Spaens ridder, wesende anders een vroom man maer uytermaten eergierigh, had de regering van een deel des zeekants in ApuliënGa naar voetnoot*. Op de eygenGa naar voetnoot* tyd hadden de Turcken daer een groot deel rovers aen lant geset welck terstont van de inwoonders een deel geslagenGa naar voetnoot*, een deel gevangen met de schepen en de rest voorts teruggeslagen zyn. Hoewel dien gouverneur zelfs niet in den slagh geweest had, meynde hy nochtans dat door syn toedoen alles geschiet was en dat hem de eer daervan toequam, waerom hy de geschiednis des saacks op de poort van syn pallys dede schilderen met een kleyne verhaling en dat uyt synen naem gelyck 't voornaemste hooft. Omdat het werck met een lichte handt gemaeckt was, is 't door mot en regen in korten tydt soo verduystert dat men nauwelijx een streeck van deselve schildery sag. Als daer een Spanjaert by geval voorbyquam en nae de schildery sagh omdat hy selfs mede in den slagh geweest was, heeft hy geseydt: ‘Gesegent sy dien steen of petraGa naar voetnoot* - waermede hy de muir te kennen geven wou - omdat se de leughen niet vasthouden wil.’ |