Den kluchtigen bancket-kramer of 't leven en bedrijf van Frans de Gek
(1992)–Anoniem Den kluchtigen bancket-kramer of 't leven en bedrijf van Frans de Gek– Auteursrechtelijk beschermd82. De goede princen sijn weynighJacobus Galbus, in die tijden een theologant van een grooten naem in Italiën, had in een sekere predicatie veel geroert van den gevaerlijken stant der princen en hoe weynigh dat er na dit leven in den hemel quamen. Daerna van een goedt vriendt vermaendt sijnde opdat hy den ondanck der princen niet op sijnen hals halen mocht en 't gene verbeteren mocht dat hem onbedachtelijck ontvallen wesen mocht of dat hy 't ten minsten wat versachten sou, heeft hy hetselve belooft, hoewel hy anders halssterrig was. Nae eenige dagen de gelegentheydt waergenomen hebbende uyt eenigen textGa naar voetnoot*, welck hy uytleyde, sey hy dat hy onlangs eenige dingen verhandelt had van de gevaerlijcken stand der princen en dat weynighe van haerluyden saligh wierden en dat hy verstont dat eenige daer geen smaeck in hadden en dat hetselve van de waerheydt vervreemt scheen. Opdat niemandt daeraen twijffelen sou hoe hetselve genomen most worden, wou hy dat na sijn manier een weynigh naerder verklaren: te weten dat hy in 't generael van de twijfelachtige saligheydt der princen gesproken had, dat hetselve met eenige bepalingh most verstaen worden, noch dat sijn meyningh niet geweest was dat de princen uyt het hemelrijck gesloten wierden die voor hare seven jaren storven, maer alleen diegene welck den ouderdom en de toelating van alle dingenGa naar voetnoot* bedorven had. |