9. Een schuldige subtijl beschermt
In halssaken was er een schuldige een advocaet toegelaeten. Dese vraeghde de rechters of het hem geoorloft was door haerlieden den genen man te beschermen. Als dese ja seyden, keerde hy sich tot des koninghs procureur en vraagde 't selve. Als dese oock ja antwoorde, seyde hy: ‘Voorwaer, ghylieden kondt anders oock niet doen dan als desen man vry te kennen denwelcken ghylieden van selfs bekent hebt goedt te wesen, want men mach niet toelaten dat goede menschen gehangen worden.’