Klioos kraam. Deel 2(1657)–Anoniem Klioos kraam– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Schreijende Afscheidt. LAat voor u aangezicht mijn trouwe traanen vallen, Want van dat aangezicht ontvangen zy uw munt, En reizen tot de waerd die z' uwen stempel gunt Bevrucht van uw gedaant: vrucht van veel ongevallen: Maar teeckenen van meer, daar gy valt met den traan Die van u zwanger was, en beide wy ontdaan Verdwijnen, zo wy op verscheiden oever staan. [pagina 361] [p. 361] Men ziet de Konstenaar op afgedraide ballen Een wer'lt vergaderen uit lappen van papier, Twee deelen datelijk, en datelijk de vier Vergadert zijn vernuft daar niet en was met allen. Zo wert de traan een wer'lt daar u gedaant in blinkt, Tot deez' in onzer bey gemeene traan verdrinkt, Door kracht van water dat mijn hemel u ontzinkt. O Meer als maan, en trek geen zee op in uw ronden, Die my verdrinken mogt: en schreit my niet ter neer In uwer armen bogt: en leert de zee geen leer Daar z' al te ras na doe: en leert den windt geen vonden Om my meer leeds te doen dan uit zijn opzet sproot: Daar ik zucht dat gy zucht, en beide uit eenen schoot, Die meest zucht is de wreedtst, en haast des anders doodt. Vorige Volgende