Klioos kraam. Deel 2(1657)–Anoniem Klioos kraam– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 264] [p. 264] Uit-gangh van den door-luchtigen Zee-helt, Marten Harpertsz Tromp, Ridder, L. Amiraal van Hollant en Westvrieslant. Dulce & decorum est pro patria mori. 't GRoot-Brittens-ongediert, quam Hollandts-fiere-Leeuw Nu dreigen voor zijn kott, dan tergen om te kampe: Den welk, zyn Amiraal wenkt, hen aan-boord te klampe, Om mors'len door geschut, dat heiloose geschreeuw; Die flux rukt buiten-gaats, verzelt met Vries, en Zeeuw; En valt heldt-haftigh aan, veroorzaakt duizent rampen In 's Kooning-moorders-vlood. Des heemels hooge lampen Beooghden in een dagh, en halv' (knoopt eeuw, aan eeuw) Nooit bloediger gevecht. Den Ridder wordt getroffen, Wijl hy treft 's vyandts vloot, en blaaktse in de grondt, Oft dwingt hen, hun verderf te ylen in de mondt, Oft in den ongena'e haars Rijk-tirans te ploffe. Op welk' Godts taye-roe', alrede dreigd te slaan. Wie als Tiran regeerd, zal als Tiran vergaan. D. Questiers. Vorige Volgende