Klioos kraam. Deel 2(1657)–Anoniem Klioos kraam– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 228] [p. 228] Aan den Heer Simon van Petkom, Agent van zijn Kon. Maj. van Denemarken, &c. in Braband en Vlaanderen. DIe't bloet gelijk een beek, door 't staal, langs d'aart doen bruizen. Vereert men met de naam van een doorluchtigh heldt. Mijn minste wercken zijn, dat tuigen zoo veel huizen, Doorluchtiger dan 't werk van 't woedend' oorlogsveldt. Vraagt gy dan wat ik werk, dat heldenwerck durft wraaken? Mijn werck, daar ik op roem, bestaat in glazemaaken. Jan Vos. Vorige Volgende