Klioos kraam. Deel 1(1656)–Anoniem Klioos kraam– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Klinkdicht Aan Simon Abbes Gabbema. GEleerde Gabbema wie kan uw' gaven zingen? Uw penn' weêrgadeloos in 't vrye Friesland zy; Jaa! haar doorluchte toon niet slechts die Heerliikky, Maar stort de werelden in diep verwonderingen. Verr boven alle niid zy heerlik weet te dringen; Geen stervelingen oog bereikt hier, naa waardy. Den zichteinder uw's lofs van proos of poëzy. Groey op, groey op, ô puyk, van 't puik der jongelingen! Zoo zy de Lauwerkrans getorst op uwen kruin Een reex van eeuwen; en dan geen vermolsemd puin; Noch alverterend vier, kan mors'len of verbrande U naam. Ons Vaderland (dien tiid zie ik reê te moet) Uw beeldt op goude munt eerlang noch stemplen doet, Of 't draaght 't ondankbaar kleed tot haar en onzer schande. Hero Galama. Vorige Volgende