Klioos kraam. Deel 1(1656)–Anoniem Klioos kraam– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Rijm-trant op 't voorgaende. HEt Hollandts Licht quaem in ons Stadt, Van veel gesien, maer schaers gevatt, Een waere heyl, en troost voor velen, Die Krijgh noch twist en konden velen, Het blonck soo stralende op ons aen Tot alle druck most achter staen; Vertrouwt, hy heeft ons noyt bedroogen, Maer Martis harnas uytgetoogen. Juyght Groningen en Ommelandt, De lieve Vreede is nu op handt; Constanters gissing kan niet missen, Orangien soude ons tranen wissen, Doen Huygens wijsheydt blijcken liet, Nu gaet het vast en twijfelt niet, Daer sulck een Stuyrman sit te stuyren, Ontsteeckt vast Vreed' en Vreugde-vuyren. Sibylle van Griethuysen. Vorige Volgende