Ik wil het u wel vergeven.
Nu had Marie eens degelijk verdriet gehad, zoowel omdat zy hare kleine Mama boos op haar gemaakt had, als wel voornamelijk omdat zy in die leelijke donkere kamer wel hyna een half uur had moeten zitten.
Zeer bedeesd kwam zy by Pauline terug en beloofde haar, in het vorvolg beter te zullen oppassen.
Hoor eens, lieve Marie! ik wil het u voor dezen keer wel vergeven: want als ouders hunne kinderen straffen, dan komt dit alleen daardoor, dat de kinderen hen er toe noodzaken; doch ik hoop ook, dat gy my niet weder tot zulk eene gestrengheid zult dwingen. Kom aan! veeg uwe traantjes af en omhels my!
Agaat gaf Marie nu op den schoot by hare kleine Mama, die haar aan het hart drukte, haar alles vergaf en niet meer boos op haar was.