Overzicht van Tijdschriften
Dietsche Warande en Belfort (nrs 8-9, 10, 11 -1913) behelst de volgende bijdragen over kunst en letterkunde:
‘Hugo Verriest’ (De Redactie). Pieter Bruegel de oude (Pol de Mont). Liederen van Beatrijs (stemmingsgedichten door H. Middendorp). Eene studie over Rostaud's woordkunst in Chantecler, door V.D. Schetsen van Hofdieren, 1. Peerden (Edw. Vermeulen, schoone Gedichten: Verjaardag, Avondwijsje, De twee Zusters (C. Eeckels). Geschiedenis van ons Tooneel te Antwerpen van 1840 tot 1853, door Dr J. Persijn. Van Kalderkerke's ‘De Verrijzenis des Vleesches’ in zijn boven besproken bundel verschenen, Eene schets van ‘Theodor Körner's werk’, door Paul Van Alderman. De Geest der Kust, door J. Filliaert, die allerbest proza schrijft. - Verder Boekennieuws.
De Nieuwe Gids brengt in zijn Octobernr. een vertaling van Koning Lear (vijfde bedrijf), door A. Roland Holst; een flinke schets van den gentschen Frans Thiry ‘Een verloren Dichterken’; over een boelgaarschen vaderlandschen dichter met name Christo Botew, heeft het Maurits Sabbe in een zeer lezensweerd artikel; André De Ridder publiceert hier zijne voordracht, gehouden te Brussel voor de Vlaamsche Vereeniging van Letterkundigen; zij behandelt ‘do nieuwe literatuur’; Frans Pauwels heeft drie gedichten afgestaan. Over Frans Verschoren met ‘Langs Kleine Wegen’ en C. Buysse met ‘Per Auto’ weet Kloos in zijn literaire kronijk veel goeds te zeggen. De manie om maar steeds ab ovo de zaken aan te pakken, doet hem hier nog eens de vraag stellen: ‘Zouden de Vlamingen er beter aan toe zijn, hadden zij in '30 geen opstand gemaakt’ quid ad rem? De Novemberaflev. bevat naast een aktje, heel dunnetjes maar, feitelijk op theewater uitloopend, ‘Het Verborgene’, door J. Everts; een prachtige Pallieter schets ‘De Honing’, van Felix Timmermans; een flink doordacht artikel van Fr. Erens ‘Oproepers’. 't Gaat er over het boek van Victor Emile Michelet ‘Figures d'Evocateurs’ - Baudelaire ou le divinateur douloureux, Alfred de Vigny ou le désespérant, Barbey d'Aurevilly ou le croyant, Villiers de l'Isle-Adam ou l'initié. Knippen wij uit deze bijdrage dien enkelen volzin: ‘Een niet te veronachtzamen karaktertrek der moderne, der nieuwste letteren is haar absentie van diepere aandoening, baar gebrek aan hoogsteigenend ge-