Jong Dietschland. Jaargang 8(1905-1906)– [tijdschrift] Jong Dietschland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 147] [p. 147] De gouden Zonnestrijd gestreden is De zon, die uit den oostermond vol vuur op vlammenwiek, zoo machtig komt gerezen en bliksemt op den zwarten nacht, die schuw ontvliedt den gulden ridder zonder vreeze, den Zomergod, die koninklijk regeert in 't luchtgewelf, met kronenlicht omgeven waardoor hij d'Aarde gansch omarmt en licht en warmt en schenkt haar altijd nieuwe Leven, - de Zon vol glans, ligt thans vast uitgedoofd of waar, waar is ze plotsling heengetogen, dat wij haar lieve beeld reeds dagen lang bestopt, ook al niet meer aanschouwen mogen, wen 't gruwzaam smoort, de lucht vol stikdamp zit en d'Aarde met een floers van rouw omhangen van wee en wanhoop zwelt, omdat de mist haar blonden koning, pijnlijk houdt gevangen!? De gouden Zonnestrijd gestreden is: het duister heerscht op Aarde, zee en luchten, het duister dreigt benauwlijk overal, hoe zal de lieve zonne nog ontvluchten? En toch, de Zon die oppermachtig is, een dag, ze zal op 's vijands donkre wallen bevrijd na langen strijd, de wereld door blij heen, haar vrije Zonnelied doen schallen! Justina Antonissen. Vorige Volgende