Jong Dietschland. Jaargang 7(1904-1905)– [tijdschrift] Jong Dietschland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Herfstlegende. En al de boomen weenden blanke tranen En al de bloemen stierven, omme en rond!... En 't hof in treurig-witten nevel stond; En op den vijver dreven droeve zwanen!... En al de kruinen waren halve manen Van geelwend-gulden licht, bij avondstond!.. - En al de boomen weenden blanke tranen En al de bloemen stierven, omme en rond!... Men kon in doodschen katafalk zich wanen!... En al de winden waaiden zot en bont! En al de blàren dansten op den grond... Lijk doodenzerken rezen uit de lanen!... En al de boomen weenden blanke tranen. 23-1-03. Aran Burfs. Vorige Volgende