Jong Dietschland. Jaargang 5(1902-1903)– [tijdschrift] Jong Dietschland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 122] [p. 122] Schilderslied. We zijn de schilders, wij, De vlaamsche; De Courtensvrienden, vrank en vrij, De vlaamsche! ‘In alles wat ge doet, Doe 't goed!’ Dat weten wij en met vlaamschen moed Dat willen wij, vlaamsche schilders! We zijn de schilders, wij, De trouwe, God helpe ons, kranken, Hij... De Trouwe! We blijven, vast van aard, geschaard Lijk broeders bijeen, met stevig zwaard: De Wilskracht der trouwe schilders! We zijn de schilders, wij, Vol vroomheid, 't Zij zonneweêr, 't zij onweêrstij, Vol vroomheid, Den mond die galle braakt, Die laakt, Dien stoppen wij dicht: geen gift en raakt Het herte der vrome schilders! [pagina 123] [p. 123] We zijn de schilders, wij, Vol kloekheid, We leven buiten, ei! zoo vrij! Vol kloekheid! Een panne en bierpot...... 't is Er frisch! Na 't werk, hij doet deugd de boerendisch En kweekt ons als kloeke schilders! We zijn de schilders, wij, Voor 't recht-uit, We vluchten alle veinzerij Voor 't recht-uit En blikken fier in 't rond, Gezond Van kop en het lied in onzen mond, Het lied van de fiere schilders! Herman Broeckaert. 28 November 1902. Vorige Volgende