Jong Dietschland. Jaargang 5(1902-1903)– [tijdschrift] Jong Dietschland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 76] [p. 76] Qui Sequitur me... Aan Maria, de droeve Moeder. De kolder der ellende is nu met harde mazen door mijn vleesch gedrongen; en doet me koortsig heesch kreunen, kranke jongen, naar het..... Neen, ik wil geen ende! Ik wilde om mijne lenden de fiere plooien slaan van 't jonge vroom verblijden; 'k wou de wegen der ellenden voor eeuwig mijden en op de blijheidswegen de vreugdevane slaan! Ik merkte toen de wankelschreden en 't bloedig oog des Heeren die naar Calvarie toog; ik zag den blik hem keeren naar een die mee wou treden... Ik ben - kom aan! - gekleed om mee te stappen 'k wil me vaster gespen 't smertenkleed wiens mazen mij de lenden nijpen. Ik wil de mantelzoomen grijpen [pagina 77] [p. 77] des Heeren; - kom op! - Ik weet dat Jesus mij zal leeren ten blijden hemel trappen. J.H. 1 Oogst, 02. Vorige Volgende