Jan Campert-stichting Jaarboek 2011(2011)– [tijdschrift] Jan Campert-stichting Jaarboek– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 116] [p. 116] Hagar Peeters In Chicago in de bar met blues zingt een vrouw de longen uit haar bloes met diepe stem haar blik omfloerst de mannen naar zich toe op de dansvloer. De bolle pinguïns in hun paringsdans hun waggelwals uitbundig tonen krols op lome klanken en jahoes de vormeloze lijven naar elkaar gebogen waarom hij van haar ging die daar haar tonen uitspreidt met haar mond en zo de liefde van de bluesbar vangt op de onbewerkte schreeuw van saxofonen. De dames aan de tafels vallen in het ritme en het tegenritme in. Een stem ontsnapt aan een dubbele kin, de valse liefde hummend op een vaste riff waarom hij van haar ging die op het podium boven ons troont, dat sexy schatje met haar zoele zin dat niet langer met hem samenwoont. En alles deint en deint zo deint de lucht, de armen, de borsten, de rompen dijen uit en slinken, klinken in tot een ingedikte solo waarom hij ging. Voeten tikken vinnig van zich af, handen geven elkaar om beurten klappen, tongen klakken vonkig hoge hakken, monden pakken elkaar in. [pagina 117] [p. 117] En alles deint en deint de wereld deint in één adem op vlees, vet en botten dat haar lief de klootzak is vertrokken ontlokt aan haar een lokroep tot in onze strotten. Vorige Volgende