was een vijandelijk land waarin een anti-Duitse stemming heerste. De meeste Hollanders begonnen spontaan te schelden als ze iets Duits hoorden.
Over mijn herinneringen aan dat meisje heb ik zojuist een roman geschreven. Die roman dreunt nog na in mijn hoofd en rommelt nog in mijn dromen, vandaar dat ik het niet kan nalaten er af en toe naar te verwijzen. Anderzijds speelt de roman zich af in deze omgeving, dus het verzoek van de Jan Campert-Stichting iets te vertellen over mijn Den Haag, kon niet op een beter moment komen.
De Mitchells die in 1945 op 3 maart het Bezuidenhout in puin gooiden, hebben niet alleen gezorgd voor een merkwaardig speelterrein en een voor een stadskind ongebruikelijk diepgaand contact met planten en dieren, maar ook voor een jarenlange constante verandering in dit deel van Den Haag. Mijn Den Haag bestaat allang niet meer. De woningen zijn verdwenen, de wijken zijn veranderd, de straten zijn omgelegd. Er klopt niets meer van.
Maar misschien heeft mijn Den Haag, ik bedoel het literaire Den Haag zoals dat nu in mijn romans en gedichten beschreven is, in de werkelijkheid nooit bestaan. Om dat duidelijk te maken, waag ik een uitstap naar de schilder Johannes Vermeer.
Bijna zijn hele leven heeft Vermeer de werkelijkheid in zijn schilderijen proberen te vangen. Hij stapt in de traditie van Carel Fabritius met zijn puttertje en van Samuel van Hoogstraten met zijn trompe l'oeil. Ook als hij zich uitgedaagd voelt door de genrestukken met doorkijkjes en tegelvloeren van Pieter de Hoogh, probeert hij figuren zo echt mogelijk weer te geven in een helder verlichte binnenruimte. Hij gaat zich concentreren op de details, gebruikt steeds dezelfde hoek van zijn atelier, schildert de landkaart, de globe, het gele jak, de zilveren wijnkan, allemaal voorwerpen uit zijn eigen huiselijke omgeving.
Wat betekent dat: de werkelijkheid uitbeelden of weergeven? Je kunt van levenloze voorwerpen een knap plaatje maken. Je kunt van personages een stilleven maken, een ‘tableau vivant’. Maar de vraag was natuurlijk: hoe krijg je het leven