Jan Campert-stichting Jaarboek 2010(2010)– [tijdschrift] Jan Campert-stichting Jaarboek– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 112] [p. 112] Paul van Vliet Zondag in Den Haag Na lange overweging heb ik besloten op te staan Ik was me niet Ik scheer me niet Ik doe m'n goeie goed niet aan Er is weinig wind en weinig weer De lucht is grijs en zonder kracht En zonder doel en zonder jas Stap ik voorzichtig op de gracht. Zondag in Den Haag En om kwart over elf al een stuk in m'n kraag De bomen op het Voorhout staan te dromen in 't groen Ze weten net als ik niet wat ze zondags moeten doen Zou ik zo lamlendig blijven Zou ik nog iets nuttigs schrijven Zit er nog één regel in vandaag? Zondag in Den Haag. Psalmen en Gezangen klinken uit de Kloosterkerk Ik heb daar vroeger ook gezeten Met mijn boek vol zilverwerk M'n vader zal daar nog wel zitten Diezelfde stoel - diezelfde rij Samen met m'n moeder Maar ik zelf ik loop de kerk voorbij. Om mijn hoofd de zilte zeewind In mijn hoofd een dikke mist Vandaag moet een bedoeling hebben. Als ik die bedoeling wist... Wat de toekomt brengen moge Mij geleidt een vreemde hand Dus loop ik met gesloten ogen Langzaam naar de overkant. [pagina 113] [p. 113] Zondag in Den Haag En om kwart over twee zo wee in mijn maag Mijn volk zit langs de lijn Of is bij oma op bezoek Op deze dag van koffie-slag En zelfgebakken boterkoek Ik zou vanavond willen spelen Ik heb zoveel om uit te delen Maar de schouwburg zit op slot vandaag Zondag in Den Haag. Ik drentel door de binnenstad En in het late middaglicht Kom ik jou tegen en ik denk: Wat heb jij een lief gezicht! Jij kijkt me aan en ik blijf staan Jij kijkt om en ik kijk om En eindelijk ga ik begrijpen Van het hoe en het waarom Ik wist dat het bestond Maar ik had het zelf nog nooit ontmoet De mist trok op vanuit m'n kop Een nieuw gevoel ging door m'n bloed Lang gewacht en stil gezwegen Toch gekregen nooit gedacht Ik dank je voor je lieve warmte Van een lange lieve nacht. Maandag in Den Haag En ik heb van geluk nu een stuk in mijn kraag De bomen op het Voorhout staan zo vrolijk in het groen Dat komt door jou en ik zal voor jou Vandaag iets ongelofelijks doen Ik zal de kroonjuwelen stelen De sterren van de hemel spelen Zondag was een ondag Maar tussen gisteren en vandaag Daar ligt een wereld tussen Van twee hoofden op één kussen Tussen zon- en maandag in Den Haag. Vorige Volgende