Jaerboeken van het souvereine gilde der kolveniers, busschieters en kanonniers gezegd hoofdgilde van Sint Antone, te Gent . Deel 3
(1867)–Anoniem Jaerboeken van het souvereine gilde der kolveniers, busschieters en kanonniers gezegd hoofdgilde van Sint Antone, te Gent– Auteursrechtvrij
[pagina 132]
| |
1684.
| |
[pagina 133]
| |
welcke ordonnantie preciselyck ende punctuelyck achtervolght is gheworden, sonder contradictie van imant, tot den jaere 1618, als wanneer de Heuverste vande Neerynghen ende de Capiteynen, midtsghaders Lieutenanten ende Venders vande borghelycke wachten, hebben ghetracht de voorseyde ordonnantie illusoir te maecken, op pretext dat sy mainteneerden, dat sylieden niet specifice en souden ghedeclareert staen inde ordonnantie vanden jaere 1605, by syne Majesteyt ten jaere 1606 ghedecreteert, daer ieghens de supplianten hemlieden souden hebben voorsien ende by requeste verthoont, dat de voornomde persoonen, soo Heuverste vande Neerynghen als Capiteynen, midtsghaders de Lieutenanten ende Venders vande borghelycke wachten, ghecomprehendeert waeren onder de clausule generale van alle de ghone die in stededienst syn, ende noch souden moghen commen, ende t'eynde dies gheconcludeert dat Schepenen souden beliefven ghedient te wesen, interpreterende hemlieden ordonnantie van den jaere 1605, t'ordonneren ende verclaeren dat alle de Heuverste vande Neerynghen ende de Capiteynen, midtsghaders de Lieutenanten ende Venders vande borghelycke wachten, schuldich ende verobligiert syn hemlieden als gildebroeders in een vande vier Gildens te doen annoteren ende bekent te maecken, twelcke alzoo gheordonneert is gheworden, volghende de ordonnantie vanden 25 mey 1618 staende op supplianten requeste daer op oock gheexhibeert, waer naer een ieghelyck hem oock heeft ghereguleert ende alle de selve ordonnantien achtervolght, nemaer alsoo de supplianten bevreesen dat hier naermaels eenighe onghewillighe souden connen commen, die hemlieden formelyck ieghens de voorseyde ordonnantie souden commen opposeren, ende mainteneren dat Schepenen vander Keure, ten jaere 1618, gheene macht nochte authoriteyt en hebben ghehadt om de Heuverste van Neerynghen, Capiteynen, | |
[pagina 134]
| |
Lieutenanten ende Venders vande borghelycke wachten t'obligieren t'aenveerden een vande vier Gildens, daerdoor de supplianten ghehouden souden wesen continuelyck te commen in processe, twelcke soude causeren hemlieden totale ruine ende onderganck, midts de supplianten gheen incommen en hebben om ieghens elcken een proces te onderstaen, tot het mainteneren van heurlieden privilegien, hebben syne Majesteyt seer oodtmoedelyck ghebeden ghedient te wesen te decreteren de voorseyde ordonnantie van den 25en meye 1618 by Schepenen vander Keure verleent, ende inghevolghe van dien te verclaeren syne intentie gheweest te syn ende noch ieghenwoordich te wesen, dat alle de Heuverste van Neerynghen, Capiteynen, Lieutenanten ende Venders vande borghelycke wachten dieder syn ende noch sullen moghen commen, schuldich ende verobligiert sullen wesen hemlieden als gildebroeders te doen annoteren ende kenbaer te maecken. Syne Majesteyt, t'ghonne voorseyt is overghemerckt, ende daerop ghehadt het advys van die President ende luyden van synen raede in Vlaenderen, gheneghen wesende ter bede ende begheerte vande voornomde Coninghen, Heuverdekens, Dekens ende Proviseerders vande voorseyde vier Gildens, supplianten, heeft gheaggreert, gheconfirmeert ende ghedecreteert midts desen de voorseyde ordonnantie by Schepenen vander Keure der Stede van Ghendt verleent, op den vyfentwintichsten mey duysent ses hondert achthien, verclarende dat alle Heuverste vande Neerynghen, Capiteynen, Lieutenanten ende Venders vande borghelycke wachten schuldich ende verobligiert syn hemlieden te doen annoteren in een vande vier Gildens hierboven gheroert, ordonnerende aen de selve Gildens van niet te vergaderen t'sy om eenighe resolutie te nemen oft andersins, ten sy alst noodich sal wesen, ende aen alle andere diet behooren sal hun daer naer te reguleren. | |
[pagina 135]
| |
Ghedaen binnen Brussele, den tweeden octobris sesthien hondert vierentachtentich, onderstont Blon: Vt, en was onderteeckent, C. vander Brugghen, midtsghaders ghecacheteert mette wapenen van syne MajesteytGa naar voetnoot(1). |
|