1672.
Executie quaet verclaert ende Coninck, Heuverdeken, Deken, etc., vant Gilde van St Anthone ghecondemneert die te laeten vaeren, ter cause sy, in sheesschers absentie, hadden doen afhaelen eenich tinwerck, tot recouvre van syn part ende deel in eene doodtschuldt by hem vyf daghen te vooren betaelt.
Ghesien by d'onderschreven gheconsulteerde, het proces beleedt voor myne edele heeren Schepenen vander Keure, in cameren, tusschen Frans Sinoy, heesschere, by requeste, ter eender zyde, ende Coninck, Heuverdeken ende Proviseerders vanden souverainen Gilde van St Anthone binnen deser Stede, verweerders, ter andere, ende op alles ghelet:
T'advis is te wysen ende verclaerende d'executie in questien quaet, nul ende van onweerden, de verweerders te condemneren die voor sulcx te laeten vaeren, ende in de costen vanden processe ter tauxatie. Actum tot Ghendt, den 4 february 1672. (Onderteekend), Mortgat, Knobbaert.
De reden vanden advyse is, dat de verweerders ten huyse vanden heesschere hebben by executie doen afhaelen, in sheesschers absentie, eenich tinwerck, tot recouvre van syn part ende deel in eene doodtschult, die hy, heesschere, vyf daghen te vooren betaelt hadde. Actum ut supraGa naar voetnoot(2).