Jaarboek van het Taalverbond. Jaargang 2



[pagina 6]
Afscheid. (Pantoen) Het meisje ligt in 't kistje dood, - Ze lijkt thans aan een wassenbeeld.... - De moeder schreit haar oogen rood, Het jongste broertje lacht en speelt.... Ze lijkt thans aan een wassenbeeld, Geknakt viel ze als de fiere roos.... - Het jongste broertje lacht en speelt, - De dood was wreed, haar leven broos! Geknakt viel ze als de fiere roos, De droeve beêklok klaagt heur klacht.... - De dood was wreed, haar leven broos, En Godes englen wenkten zacht! De droeve beêklok klaagt heur klacht, En hooger stijgt een rauwe kreet.... - En Godes englen wenkten zacht.... Een moederstem snikt luid: ‘hoe wreed!’ En hooger stijgt een rauwe kreet, De klok tampt voort en houdt niet af.... - Een moederstem snikt luid: ‘hoe wreed!’ Ginds wacht de doode een open graf!
[pagina 7]
De klok tampt voort en houdt niet af, 't Is vruchteloos gesmeekt, getreurd.... - Ginds wacht de doode een open graf, - Het werd, eilaas! te vroeg haar beurt! 't Is vruchteloos gesmeekt, getreurd, Al is de liefde nog zoo groot.... Het werd, eilaas! te vroeg haar beurt.... Het meisje ligt in 't kistje dood!... Isidoor Albert. Vacantiemaand 1889.