Publications de la Société Historique et Archéologique dans le duché de Limbourg. Deel 10

Anno 1620.

In desen jaere syn burgermeisters geweest Johan van Buegel, Johan van Rhee, ende is der voirscr. ritzburgermeister Buegel int selue jaer inden heere verstoruen ende in syne plaetse gesurrogeert Arnolt Heufts.

De compagnie ruyters vanden baron Escleback is in Junio gelicht worden ende was sterck 119 cuyrassiers. Den ritmeister is gelogeert geweest by Arndt Bisschops int hertzhorn, den lieutenant int einhorn, den vendrich byde weduwe Anna van Straesborch.

Den 8 Augusti is don George de Menesses, commandant van drye compagnien Portugiesen, bynnen Ruremunde incomen ende syn den 30 weder vertogen.

Den 16 Augusti is de compagnie vanden heer van Leembeck, Emanuel van Bourgoignen, mit syne compagnie ruyters bynnen Ruremunde comen, sterck synde 50 persoenen; den ritmeister was gelogeert in Cruchtens huys ende heeft gehadt 5 bedden etc. ende andere meubelen naer aduenant.

Den 29 Augusti hebben drye compagnien vande Portugiesers vant regiment vanden maestre de campo Diego Loys Doliuera opde cremer gaffel op stroe gelegen.

De 2 Nouembris synder vyff compagnien Portugiesen mit Texera ende adjudant vant regiment bynnen Ruremunde incomen ende heeft ein eers. magistraet ouer hunne insolentie gedrongen geweest, informatie te nemen ende mit einen expressen ouer de moetwillicheit vande sergeant maior Antonio Texera gedoleert.

[p. 344]

Den 4 Decembris syn twee compagnien vande Portugiesen, eene naer Cameryck ende de 5 een halue compagnie naer Kaldekirchen ende dandere helft naer Vucht⁽¹⁾ vertrocken.

Volgende cloisters, huyseren, persoenen soe geistelicke als wereltlicke, pretendeerden in desen tyt vryheit van alles: Guert Graus licentmeister, Jacob Schoeffs boede vande cancellerye, raedtzheer Cocx zaliger kynder, Jan van Hingen besiender, Gerardt Paeskens besiender, raedtzheer Bree, raedtzheer Cocx, landtrentmeister Grammaye, lt. Hendrick Wustinck, hoffmeister Cappelle, der Clarissen drye ofte vyer huyseren, raedtzheer Gilkens, raedtzheer Biesius, amptman Loun, hoffmeister Vert, greffier Kerckhouen, greffier Luytens, rekencamer, rentmeister vant Cappittel, canonicus Cueckhouen, heer Jan cantor, dominus decanus Pollius, rekenmeister vander Riedt, rekenmeister Elshout, lt. Dyck, secretaris Graus, Hendrik van Erclents bode, heer Gerardt van Braeckelen, raedtzheer Berck, Nicolas Myet bode, lt. Gielkens, raedtzheer Cuyper, doctor Schenckelius, substitut Fabri, syne hoichweerdige, de weduwe Dyenborch, heer Jan van Weert,⁽²⁾ lt. Kerckhouen, heer Jacob Roeuers, heer Willem, Frans Blinckvliet, custos int heilige geist, lt. Stuycker, meister Andries Groenhegh, pastor opt Noenhoff, pastor a Lapide, dominus cappellanus, custos parochie, rekenmeister Brouwens, president Dueren, Jan Muggenbroeck bode, raedtzheer Randerae, lt. Oeueren, lt. Hergraeuen, Augustyn Raeps, rekenmeister Medenblick, Peeter Patientie, der heer canceler. Doch hebben die heeren aduocaten Stuycker, Oeueren ende Kerckhouen doenmaelen oick ruyters ingenomen.

(Wordt vervolgd).

(1) Vucht: Waldfeucht.

(2) De in onze kronijk meer gemelde Heer Jan van Weert was een geestelijke en van 1613-1636 cantor en kanunnik van het domstift te Roermond. (De Godsdienstvriend deel 85 bladz. 95; het voormalige domstift van Roermond.)