verzorgen. In het vervolg daarop werd nog eens bevestigd dat de internationale component bij het deelnemen aan netwerken en het op andere wijze vergroten en uitwisselen van de inhoudelijke expertise, juist ook over de grenzen heen, onlosmakelijk is verbonden met de portefeuille van de RDMZ. De activiteiten in het kader van werelderfgoed en het gemeenschappelijke cultuurerfgoedbeleid vloeien voort uit het internationale beleid van het ministerie van OCen W. Met het oog daarop zal de internationale functie van de RDMZ als kennisinstituut versterkt moeten worden.
Voor financiering van bijzondere internationale projecten kan een beroep worden gedaan op de zogenaamde HGIS-cultuurmiddelen. Het gaat daarbij om het gemeenschappelijk cultureel erfgoed in het bijzonder in de zogenaamde prioriteitslanden, waaronder Zuid-Afrika, Sri Lanka, India, Indonesië, Suriname, Hongarije, Tsjechië en Rusland. Het Gemeenschappelijk Erfgoed Overleg (GEO), waarin ook de RDMZ zitting heeft, adviseert over de erfgoed projectaanvragen.
De lange traditie die de RDMZ internationaal heeft opgebouwd komt het imago van Nederland ten goede. Deze positieve uitstraling wordt niet zelden onderschat. De grensoverschrijdende scholings- en trainingsactiviteiten en de restauratie- en inventarisatieadviezen worden als zeer waardevol beschouwd. Deze waardering is zowel binnen de Raad van Europa als ver daarbuiten in het veld hoorbaar.
De bemoeienis met andere landen moet gebaseerd zijn op draagvlak; hulp en kennis mogen nooit worden opgedrongen. De RDMZ wordt gevraagd om zijn professionele mening. Behoud van cultureel erfgoed blijkt in de praktijk alleen kans van slagen te hebben, indien er sprake is van een blijvende belangstelling van de betrokken (lokale) overheden. Kernbegrippen daarbij zijn political commitment en public awareness. Het vereist een brede visie: de zogenaamde integrated conservation. De ontwikkeling van de directe stedelijke omgeving van het monument is daarbij essentieel.
Steeds vaker brengen buitenlandse delegaties een tegenbezoek aan Nederland. In 2002 bijvoorbeeld bracht een twintigtal Ghanese architecten, stedenbouwkundigen en restauratiedeskundigen een bezoek aan de RDMZ als onderdeel van hun training in Nederland in het kader van het
integrated conservation project. Later dat jaar meldde zich een delegatie van monumentenzorgers uit Zuid-Korea voor een spoedcursus Nederlands
Praag. Karelsbrug, hoogwater, augustus 2002. Foto AP, 2002.
monumentenbeleid en wet- en regelgeving; weer wat later gevolgd door een groep Vlaamse monumentenzorgers, die alles wilden weten over onze instandhoudingstechnologie. De RDMZ deelt deze kennis en ervaring graag met anderen.
Voor u ligt het Jaarboek 2002 met de titel Een trapgevel in Potsdam. Monumentenzorg over grenzen. In het boek passeren de belangrijkste internationale projecten waaraan de RDMZ een bijdrage heeft geleverd de revue. De projecten hebben bijgedragen tot eigen kennisvermeerdering, maar ook tot kennisuitwisseling en kennisoverdracht. Bewustwording van je eigen geschiedenis vergroot ieders culturele identiteit. Zo leidt een gedeeld verleden tot een betere gezamenlijke toekomst. De RDMZ wil dit internationale beleid graag voortzetten en verder uitbouwen. Want we weten nog niet half hoeveel gemeenschappelijk cultureel erfgoed nog op de wereld verborgen ligt.
Ik hoop dat u geniet van deze kennismaking.
Fons Asselbergs
directeur van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg