Jaarboek Monumentenzorg 1999. Instandhouding
(1999)– [tijdschrift] Jaarboek Monumentenzorg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 159]
| |
M.S. Verweij
| |
Situatie en voorgeschiedenisOp exact 350 meter afstand van de landsgrens tussen Nederland en Duitsland staat te Glanerbrug aan de noordzijde van de weg tussen Enschede en Gronau een opvallend vormgegeven Fina benzinestation (afb. 1). Deze weg wordt momenteel aangeduid met N 18 en staat plaatselijk bekend als de Gronausestraat.Ga naar eind1. Vanouds maakt de Gronausestraat deel uit van de handelsroute van Amsterdam naar Duitsland. Tot 1849 was het een oude zandweg, nadien volgde bestrating. Glanerbrug ontstond aan het eind van de 19de eeuw vanwege het grensverkeer en forensisme als gevolg van de textielnijverheid in Duitsland.Ga naar eind2. Aan weerszijden van de weg ontwikkelde zich een langgerekte nederzetting. Het benzinestation springt ten opzichte van de rooilijn sterk terug en biedt aldus ruimte aan komende en gaande klanten. | |
Ontwerp- en bouwgeschiedenisOfschoon het benzinestation op het eerste gezicht vrij modern oogt, blijkt het bij nadere beschouwing over een bouw- en ontwikkelingsgeschiedenis van tientallen jaren te beschikken. De oudste archiefgegevens dateren uit 1920 en memoreren een verbouwing van een winkelpand met hulppostkantoor op de plaats van het huidige benzinestation en betreffen een vergroting met een wachtlokaal en achtergelegen telefooncabine (afb. 2). Twaalf jaar later bleek de bestemming van het pand aan verandering onderhevig. Geneesheer L.J. Eshuis uit Glanerbrug deed in 1932 een verzoek tot gedeeltelijke vernieuwing en uitbreiding van het pand zodat het geschikt zou worden als woning en voor de uitoefening van een dokterspraktijk. De voorgenomen wijzigingen hadden grotendeels op de achterzijde van het gebouw betrekking. Het twee bouwlagen tellende pand op rechthoekige plattegrond onder een haaks op de straat georiënteerd mansardedak met platgedekte lage aanbouw aan de achterzijde werd verbouwd tot een gerieflijk ensemble van woonhuis met praktijk (afb. 3). De oude voordeur aan de straatzijde verdween, aan de lange zijgevel rechts kwamen afzonderlijke entrees voor woning en praktijk. De woning lag aan de voorzijde, aan de Gronausestraat, en bevatte de woonkamer, hal en een eetkamer. Deze ruimten waren naast elkaar geschikt en leverden tezamen een rechthoekige plattegrond op. Evenwijdig aan de scheidingsmuur met het buurpand liep de gang; deze verbond de woning met het praktijkgedeelte dat bestond uit wacht-, spreek- en onderzoekkamer alsook uit een apotheek, keuken, bijkeuken en berghok. De plattegrond van de praktijk had een vierkante vorm, centraal was de T-vormige hal gesitueerd. Op de verdieping lagen drie slaapkamers en een badkamer (boven de entree van de woning). Boven de praktijk werd ruimte geschapen voor een dienstbodenkamer met een aangrenzende zolder. | |
[pagina 160]
| |
1 Detail van een landkaart van de ANWB uit 1963 met onder andere de rijksweg tussen Enschede en Gronau. Reproductie RDMZ, J.P. de Koning, 1999.
2 Glanerbrug, Gronausestraat 1317. Plattegrond van winkelpand met hulppostkantoor omstreeks 1920. Het rechterdeel van dit pand werd in 1932 verbouwd tot woonhuis met dokterspraktijk voor L.J. Eshuis. Herkomst Bouwdienst gemeente Enschede. Bewerking tekening Joseph W. van Rooden, Leiden, 1999.
Aan de zijde van het Heldersplein (oost) was voorzien in een plat (afb. 4). De bouwactiviteiten werden uitgevoerd onder supervisie van Bouwbureau Van Hal, architecten NIVA te Borne en Delden.Ga naar eind3. Op hoofdlijnen trof architect Sybold van Ravesteyn deze dokterswoning met praktijk aan toen hem in 1958 de opdracht voor de bouw van een Fina benzinestation nabij de Nederlands-Duitse grens bereikte. Het oudste ontwerp van Van Ravesteyn dateert uit april 1959, het laatste is van 23 november 1960. Het gemeentebestuur van Enschede verleende op 3 januari 1961 vergunning waarin werd toegestaan ‘een woonhuis gedeeltelijk te veranderen en in te richten tot woonhuis met benzinestation’.Ga naar eind4. Er mocht niet meteen met de bouw worden begonnen. Eerst dienden berekeningen en tekeningen van de gewapend betonconstructies en holle baksteenconstructies te worden goedgekeurd terwijl ook | |
[pagina 161]
| |
3 Glanerbrug, Gronausestraat 1317. Begane grond en verdieping van het woonhuis met dokterspraktijk voor L.J. Eshuis, 1932. Het linkergedeelte bleef buiten de verbouwingswerkzaamheden, het rechter werd aangepast maar behield zijn oorspronkelijke breedte. Herkomst Bouwdienst gemeente Enschede. Bewerking tekeningen Joseph W. van Rooden, Leiden, 1999.
verschillende brandveiligheidsmaatregelen in acht moesten worden genomen. De raming van de kosten van het uit te voeren werk beliep f 35.000,-. In wezen ging Van Ravesteyn van het praktijkgedeelte van de dokterswoning uit. Aan de achterzijde werden vier slaapkamers geprojecteerd waar in het oude gebouw een berghok, de bijkeuken en de apotheek waren ondergebracht. De wachtkamer werd vergroot tot woonkamer, tussen de woonkamer en de keuken kwam ten koste van de onderzoekkamer een sanitaire ruimte met douche, bereikbaar vanuit de hal. De hal bleef, verkleind tot gang, op haar plaats. De keuken draaide een kwart slag en werd ten nadele van een klein tussenkamertje vergroot. Van Ravesteyn verruimde de spreekkamer tot loge voor de pompbediende. Het plat dat zich vóór de dienstbodenkamer uitstrekte werd getransformeerd tot dak, voor het overige maakte de verdiepingsvloer plaats voor een platbalklaag. Aangrenzend trof de architect het buurpand aan: hij bestemde het achterste deel tot magazijn en verbond dat door een deur met de loge. | |
[pagina 162]
| |
4 Glanerbrug, Gronausestraat 1317. Voorgevel (zuid) en zijgevel (oost) van het woonhuis met dokterspraktijk voor L.J. Eshuis, 1932. Het winkelgedeelte (links) bleef buiten de verbouwingswerkzaamheden. Herkomst Bouwdienst gemeente Enschede. Bewerking tekeningen Joseph W. van Rooden, Leiden, 1999.
De afzonderlijke breedte van loge en magazijn bedraagt zes meter, een maat die tot het oude winkelpand met hulppostkantoor valt te herleiden (afb. 5). Cliënten van het benzinestation hebben geen weet van deze nieuwe indeling: zij dien(d)en zich te beperken tot de voorzijde van de nieuwbouw en het pompeiland pal voor de loge. Het voorste gedeelte van de oude dokterswoning is daartoe gesloopt. De aldus vrijgekomen ruimte verschaft het benzinestation zijn terugspringende ligging, noodzakelijk om komende en gaande klanten bewegingsruimte te bieden. De loge geeft uitzicht op de straat. Voor het overige valt aan de straatzijde van het benzinestation geen spoor van voorgaande bebouwing te ontdekken, want ook de kapverdieping van de dokterswoning kwam in Van Ravesteyns ontwerp te vervallen. In 1968 vond verbouwing van het woonhuisgedeelte plaats. Het benzinestation wijzigde op details. De verbouwing was een opdracht van Fina Nederland, kostte f 46.500,- en ondervond geen betrokkenheid van Van Ravesteyn. | |
Hoofdvorm en inrichtingVan Ravesteyns ontwerp bestaat uit een combinatie van benzinestation met woning, een pompeiland en een reclamezuil. De plattegrond van het benzinestation en woning vertoont de vorm van een compacte rechthoek en is aan de linkerzijde uitgebouwd met een magazijn. Het gehele bouwwerk bezit slechts één bouwlaag en is plat gedekt. Er staat een bedrijfsgevel aan de Gronausestraat en een woongevel aan de zijde van het Heldersplein. De uitwendige verschijningsvorm maakt niet in één keer duidelijk dat sprake is van een gebouw met twee functies. Het aanzien van het woonhuisgedeelte aan het plein is ingetogen en dat van het bedrijfsgedeelte aan de Gronausestraat | |
[pagina 163]
| |
5 Glanerbrug, Gronausestraat 1317. Plattegrond en zijgevel (oost) van het Fina benzinestation met woning uit 1960 naar ontwerp van ir S. van Ravesteyn, compleet met rijwielpad, zebra's, trottoir, pompeneiland en reclame-object. Van Ravesteyn ontdeed het woonhuis van L.J. Eshuis van zijn verdieping en sloopte het gedeelte aan de Gronausestraat. Gelijktijdig handhaafde hij karakteristieken als bijvoorbeeld de gang in de woning terwijl de breedte van de loge tot die van de voorgaande bebouwing valt te herleiden. De entree van de voormalige dokterspraktijk is veranderd in de toegang tot de woning vanaf het Heldersplein. Herkomst Bouwdienst gemeente Enschede. Bewerking tekeningen Joseph W. van Rooden, Leiden, 1999.
| |
[pagina 164]
| |
6 Glanerbrug, Gronausestraat 1317. Voorgevel (zuid) van het Fina benzinestation. Opname uit 1989. Foto Het Oversticht, Zwolle.
uitbundig. De bedrijfsgevel vertoont niet alleen een opvallende vorm, maar suggereert ook nog een grotere breedte dan het achterliggende pand te bieden heeft. Als gevolg van deze gevelbreedte is het woonhuisgedeelte vanaf de Gronausestraat niet tot nauwelijks waar te nemen. Aan beide zijden vertoont de beëindiging van de voorgevel de vorm van een scheluw trapezium, dat aan de rechterkant verhoogd is uitgevoerd. De trapeziumvorm heeft aan de rechterzijde een expressief karakter, want springt pardoes omhoog en verleent het ontwerp in belang wekkende mate zijn markante aanzien (afb. 6).
De plattegrond van het benzinestation oogt functioneel en overzichtelijk. De loge voor de pompbediende is de kern van het ontwerp omdat vrijwel alle belangrijke ruimten vanuit de loge snel bereikbaar zijn: het magazijn, de woonkamer en via de gang de overige vertrekken terwijl de komende en gaande cliëntèle vanuit de loge kan worden gezien en bediend. In zekere zin wordt vanuit de loge een dubbele dialoog gevoerd: één met de huishouding en een andere met de klantenkring die zich afwisselend bij het pompeiland en in de loge kan afspelen. De inrichting van de loge is sober en doelmatig. Aan de voorzijde staat bij het raam een tafel met stoel, tegen de achterwand zijn twee toiletten geplaatst, elk met een voorportaal. Een oliekachel voorziet de loge van warmte. Pal naast de ingang is een brandslang van dertig meter lengte geplaatst en tegen elk van de korte wanden is een poederblusser met een inhoud van zeven kilo bevestigd. Geheel rechts achter in de hoek leidt een deur naar de woonkamer van de exploitant van het benzinestation. Het magazijn aan de andere zijde van de loge is een recht-toe recht-aan vertrek waarin een compressor staat opgesteld. De deur tussen loge en magazijn is als zelfsluitend en in brandwerend materiaal uitgevoerd. Een deur in de linkerzijgevel voert naar buiten tot achter de voorgevel die hier het karakter van een schijngevel heeft en na vier meter negentig graden in de richting van de Gronausestraat knikt. Op ooghoogte heeft de geknikte schijngevel een rond venster. Voor het overige is de voorgevel ter hoogte van magazijn en loge met rechthoekige vensters uitgevoerd, uitgezonderd aan de uiterste kant rechts want ook daar voorzag Van Ravesteyn in een rond venster. Het pompeiland tussen het benzinestation en de Gronausestraat bevat in het oorspronkelijke ontwerp vier pompen: twee voor benzine, één voor superbenzine en één voor dieselolie. In de jaren '80 van de 20ste eeuw is het aantal pompen uitgebreid als gevolg van de invoering van ongelode benzine. Aan weerszijden van het pompeiland loopt vanouds een ‘tankweg’. De klandizie van het benzinestation gebruikt deze met rode betonklinkerkeien geplaveide weg tijdens het tanken. De ligging van het pompeiland op amper zes stappen van de loge bevordert goede service c.q. | |
[pagina 165]
| |
7 Glanerbrug, Gronausestraat 1317. De ‘eye-catcher’ is bedoeld om automobilisten bij het benzinestation te laten stoppen. Foto RDMZ, A.J. van der Wal, 1993.
vlotte bediening. Links van het magazijn staat pal voor de schijngevel een afgiftepunt voor mengsmering.
Tenslotte ontwierp Van Ravesteyn een reclameobject, ook ‘eye-catcher’ genoemd vanwege het grote formaat en de opvallende uitmonstering. Komend vanaf de Duitse grens wordt het oog van de weggebruiker getroffen door zes hoge, pal naast elkaar gemetselde bakstenen pijlers. Als tanden van een hark staan de pijlers stram in het gelid bijeen, de sokkel is met lichtblauwe vierkante tegeltjes bekleed. Een houten latei dekt de pijlers af en vormt het voetstuk voor vier kapitale letters in reuzenformaat, tezamen de merknaam Fina vormend (afb. 7). De bedoeling van zo'n object is even simpel als doeltreffend: het dient een wervende invloed uit te oefenen, dat wil zeggen passanten tot een brandstofpauze over te halen. De aardoliemaatschappijen spreken in dit verband over ‘stopping power’ en houden naast de uitwerking van deze kracht ook rekening met de bedenktijd die de aanrijdende bestuurder nodig heeft om wel of niet tot een brandstofpauze over te gaan. In de jaren waarin de reiziger bij de landsgrens wegens af te wikkelen douane-formaliteiten werd opgehouden, kon aan de afstand van 350 meter tot de benzinepomp een commercieel-strategische betekenis worden toegekend waarbinnen de ‘stopping power’ effect zou sorteren. | |
MaterialenVan Ravesteyn had voorkeur voor mooie, duurzame materialen en zag tijdens de bouwwerkzaamheden nauwgezet op toepassing en ten uitvoerlegging toe.Ga naar eind5. Ofschoon van het benzinestation te Glanerbrug geen bestek bewaard bleef, kan aan de hand van waarnemingen ter plaatse en bestudering van de ontwerptekeningen de materiaalkeuze van Van Ravesteyn worden achterhaald.
De fundering gaat tot tachtig centimeter onder het maaiveld en bestaat uit metselwerk van boerengrauw met trasraamklinkers en heeft twee versnijdingen. De vloer van het benzinestation is van beton en betegeld met een patroon van lichtblauwe vierkanten met een zijde van drie tegels, het middenvak wit uitgevoerd, het omgevende tegelveld grijs gemêleerd. Aan de voorzijde heeft het benzinestation een betegelde, lichtblauwe plint ter hoogte van vier lagen; de dubbel hard gebakken tegeltjes meten tien bij tien centimeter. Het opgaande werk wordt gevormd door hardgrauw, of het nu de gevels, bouwmuren of dragende binnenmuren betreft terwijl de niet-dragende binnenmuren in boerengrauw of poriso zijn opgetrokken. De achterwand van de loge is wit betegeld met dubbel hard gebakken tegeltjes (tien bij tien centimeter). De plafonds zijn gestucadoord, daaronder zit steengaas. Lucht- en wasemkanalen zijn van zink. Een witte sauslaag bedekt de gevels, de gevelbeëindiging bestaat uit lichtrode Groninger strengperssteen. Het dak is met een vuren beschieting uitgevoerd en bekleed met twee lagen ruberoid voorzien van ingewalst fijn grind. Links, ten dele naast en achter het magazijn liggen ondergronds vier brandstoftanks, voor benzine (15.000 liter), dieselolie en superbenzine (beide 10.000 liter) en mengsmering (4.000 liter). | |
[pagina 166]
| |
TypologieHet benzinestation is een eenzijdig station, dat wil zeggen er is aan de overzijde van de Gronausestraat geen pendant gebouwd. Weggebruikers die op weg naar de landsgrens van het benzinestation gebruik wensten te maken, dienden op gezag van verkeersborden een draai van 180 graden te maken alvorens de tankweg op te mogen rijden. In het voorafgaande is al een opmerking over de terugliggende positie van het benzinestation gemaakt. Het is in dit verband interessant het gezaghebbende tijdschrift Wegen aan te halen. Volgens de anonieme auteur dient bij een benzinepomp ‘de gelegenheid tot voorrijden oordeelkundig te worden ontworpen.’ Verder wordt onderscheid gemaakt ‘tusschen pompen staande op, ter zijde van en naast den weg. Bij pompen ter zijde van den weg bevindt de pomp zich buiten, de wagen tusschen de rooilijnen en bij pompen naast de weg bevinden zich beide buiten de rooilijn.’ Deze laatste variant is in Glanerbrug tot stand gekomen. ‘De plaatsing naast den weg is het meest verkieslijk wanneer een druk verkeer aanwezig is, omdat het beslist ongewenscht is, dat de benzine-innemende wagen op den rijweg blijft staan. Zoo mogelijk zal men een flauwgebogen inrit naar den pomp aanleggen. Wanneer echter ter plaatse een druk voetgangersverkeer is, is het gewenscht het voetpad over zoo klein mogelijke lengte te onderbreken, waarbij dan de in- en uitrijdende wagens dat voetpad loodrecht moeten kruisen, met als gevolg het veroorzaken van meer last op den eigenlijken rijweg.’ Deze citaten uit Wegen dateren uit 1931, maar hebben in praktische zin noch wat betreft veiligheidsoverwegingen aan belang ingeboet en blijken goed op de omstandigheden te Glanerbrug van toepassing.Ga naar eind6. Van Ravesteyn ontwierp tussen 1935 en 1963 vijfentwintig benzine- en servicestations voor Fina, het bouwwerk aan de Gronausestraat was het op twee na laatste.Ga naar eind7. ‘Glanerbrug’ behoort tot de finale proeven van de architect die in het bouwjaar 1961 de respectabele leeftijd van 72 jaar bereikte. Naast specifieke Ravesteyneske kenmerken als de betegelde plint en de toepassing van ronde vensters met bakstenen dagkanten is Glanerbrug in zoverre interessant dat het een van de meest expressieve voorbeelden uit zijn benzinestation-oeuvre vormt. De abrupt oprijzende voorgevel aan de rechter zijde en de uitvoering als schermfaçade met de haakse knik ter afsluiting van de linker zijde passen in het levendige en verrassingsvolle idioom van Van Ravesteyn, al is de door hem zo geliefde gebogen lijn afwezig. Het benzinestation lijkt zichzelf in formaat te willen overtreffen en springt de reiziger zó geestdriftig tegemoet, dat het inlassen van een pauze vrijwel onontkoombaar wordt. Van Ravesteyn hechtte veel belang aan het silhouet van gebouwen, zo blijkt uit een lezing die hij voor de Kring Utrecht van de B.N.A. hield.Ga naar eind8. | |
Waardering van het gebouwVan Ravesteyn beperkte zich niet tot theorie, maar liet zijn opvatting over silhouet in het benzinestation te Glanerbrug terugkeren. Dit architectonische kenmerk staat samen met andere uitdrukkingsmiddelen in dienst van de bedrijfsfilosofie van de aardoliemaatschappij waarin een verschijnsel als ‘stopping power’ van vitaal belang is. De combinatie van woonhuis en benzinestation is in Glanerbrug opmerkelijk. In Arnhem diende Van Ravesteyn een ontwerp voor deze combinatie te vervangen omdat Rijkswaterstaat zich er tegen verzette, in Grave stuitte een dubbelpand niet op bezwaren. Overigens betreft het voorbeeld te Grave nieuwbouw waar in Glanerbrug bestaande bebouwing als uitgangspunt voor nieuwe ontwikkelingen diende.Ga naar eind9. Het benzinestation te Glanerbrug heeft zeldzaamheidswaarde als klein benzinestation uit de periode van de Wederopbouw. Het gebouwtje bleef behouden, doorstond ontwikkelingen als invoering van ongelode benzine, toename van gemotoriseerd verkeer, veranderde milieu-eisen en aangepaste voorzieningen ten aanzien van de veiligheid van de exploitant en het comfort van de klant, maar vervult nog steeds zijn oorspronkelijke functie. Een ander aspect van zeldzaamheid betreft het benzinestation als voorbeeld uit het opus van Van Ravesteyn, een architect wiens oeuvre inmiddels is gedecimeerd.Ga naar eind10. De gebouwen die Van Ravesteyn in opdracht van de Nederlandse Spoorwegen ontwierp, ondervonden een straffe schifting door gewijzigde functie-eisen en nieuwe bedrijfsfilosofie. Onlangs diende op deze gronden het spoorwegstation in 's-Hertogenbosch plaats te maken voor nieuwbouw.Ga naar eind11. Met de benzinestations van Van Ravesteyn is het niet veel beter gesteld: momenteel is nog een handvol behouden. De aardoliebranche geldt als zéér dynamisch. In de praktijk betekent dat snelle, voortdurende aanpassing van strategie en gebouw aan het mechanisme van de markt. Een tankstation krijgt nauwelijks kans ouderdomspatina te vormen. | |
ConclusieInstandhouding van de categorie Monumenten van Bedrijf en Techniek vergt bijzondere aandacht en zorg. Het doorgaans broze bouwkundige omhulsel vormt ‘slechts’ de mantel waaronder het bedrijfsproces plaatsvindt. Fabrikant en producent vergroten de bedrijfsgebouwen of breken ze af en beantwoorden | |
[pagina 167]
| |
zodoende aan eisen en wensen van afnemer en consument. Invloed van de monumentenzorg is op deze ontwikkelingen niet altijd vanzelfsprekend en zal in een aantal gevallen verworven dienen te worden. Een al te behoudzuchtige benadering lijkt niet aanbevelenswaardig. Veeleer bestaat de instandhoudingsopgave in analyse en duiding van historische, bedrijfseigen karakteristieken en aansluitend de poging deze op overwogen wijze in toekomstige ontwikkelingen een passende rol te laten spelen. De totale bouwgeschiedenis van het pand aan de Gronausestraat 1317 beslaat een periode van bijna een eeuw en kan als een interessante proeve van instandhouding worden aangemerkt vanwege de functiewijzigingen van winkelpand met hulppostkantoor naar dokterswoning met praktijk tot benzinestation en bijbehorende woning. Er is telkens sprake van aanpassing van een bestaand gebouw, van herbestemming en daarmee samenhangende nieuwe ontwerpopgaven. Fina kocht het pand van L.J. Eshuis en gaf zo min mogelijk aan de verbouwing uit; er is weinig gesloopt en bestaande muren bleven gehandhaafd.Ga naar eind12. Dankzij Van Ravesteyns bemoeienis is in Glanerbrug met behoud van oude elementen een nieuw gebouw ontstaan. Instandhouding blijkt een vloeibaar en transparant concept te kunnen zijn, als ware het een natuurlijk verloop van architectonische kansen, wensen en hoedanigheden. Het is de taak van monumentenzorg deze ontwikkelingen te herkennen, te bevorderen, te bestuderen en te documenteren om het historische verhaal dat elk gebouw in zich herbergt te kunnen ontsluiten. Foto, tekening en tekst zijn dan geëigende hulpmiddelen. Studie en publicatie van resultaten maken het gebouw kenbaar en dragen bij aan het behoud. Zolang van bescherming ingevolge de Monumentenwet 1988 geen sprake kan zijn omdat het object nog geen vijftig jaar oud is, valt gemeentelijke bescherming - die niet gebonden is aan de grens van vijftig jaar - te overwegen. Het gemeentelijke instrumentarium biedt naast de mogelijkheid tot het voeren van een plaatselijk beschermingsbeleid de kans het Rijksbeleid aan te vullen, met name wanneer fijn geprofileerde en geïntegreerde instandhouding van het cultureel erfgoed wordt nagestreefd. |
|