Streuvels. De heemkundige kring Bouveloo belichtte de relatie van Streuvels met de gemeente, ondermeer met een film over de auteur op bezoek in Moregem, waar hij familie en zijn vriend pastoor Frans De Wolf wonen had.
Met krantenkoppen als ‘Streuvelshuis staat op instorten’ leek begin oktober het einde in zicht voor de woning die de familie Lateur met de jonge Stijn van eind 1879 tot 11 mei 1887 bewoonde op het Heulse dorpsplein. Halverwege oktober werd bekendgemaakt dat de eigenaar, de Bellegemse brouwerij Bockor, met de stad Kortrijk en Erfgoed Vlaanderen een akkoord heeft gesloten om de woning op te knappen. En inmiddels werden de plannen van gemeenteraadslid Moniek Gheysens en dichteres Lut De Block om de woning een culturele bestemming te geven, door de Kortrijkse schepenen Christine Depuydt en Wout Maddens vanonder het stof vandaan gehaald.
Voor de leesclub van de Zilveren Passer, afdeling Kortrijk, lazen de twaalf leden Het leven en de dood in den ast. Tijdens een bijeenkomst op 10 november, ten huize van een van de leden, duidde Karel Platteau talrijke passages.
In het pastoraal centrum De Bron te Harelbeke werd op 4 december een benefietconcert ingericht ten voordele van vzw De Feniks. Hilde Velghe las het kortverhaal ‘Kerstavond’ van Stijn Streuvels voor (uit zijn eerste publicatie, de bundel Lenteleven, 1899).Voor het muzikale gedeelte van de avond stond Benjamin Glorieux, cellist, in.
Van 10 tot 19 december liep in het Erfgoedhuis te Kortrijk de tentoonstelling ‘Streuvels ereburger-wereldburger’, georganiseerd door het Stadsbestuur en het Stijn Streuvelsgenootschap. Aanleiding hiertoe was het feit dat 50 jaar tevoren Streuvels benoemd werd tot ereburger van de stad. Voor deze tentoonstelling putte Paul Thiers uit zijn rijke verzameling unieke Streuveliana: boeken, foto's, documenten,...