Dat de comparatistische studie met betrekking tot Streuvels ál te lang een blinde vlek is gebleven, constateert ook Marcel Janssens in zijn inleidende algemene verkenning van de internationale reikwijdte van Streuvels' oeuvre. Zijn bijdrage geeft aan hoe veelzijdig de aanknopingspunten voor verder onderzoek zijn.
In een uitvoeriger studie belicht Viktor Claes vervolgens een aspect van de door biografen vaak aangehaalde fascinatie van Streuvels voor de Scandinavische literatuur. In Genoveva van Brabant blijken vele sporen te vinden van de Noord-Germaanse mythologie, van waaruit een link kan worden gelegd naar een aantal grondtrekken van Streuvels' wereld- en mensbeeld.
Het is bekend dat Streuvels behalve door de Scandinavische ook door de Russische literatuur sterk werd aangetrokken. Twee volgende bijdragen stellen deze inspiratiebron voor Streuvels centraal. Heili Verstraete analyseert gedetailleerd de vertalingen van Streuvels' werk in het Russisch en de vertalingen die de Ingooigemnaar zelf maakte uit die taal. We lezen ook waarom Streuvels in de Sovjetunie op een bepaald moment als een belangrijk auteur werd gezien.
Daarna richt Karel Vanhaesebrouck de schijnwerpers speciaal op de relatie Streuvels - Tolstoj. Streuvels zou Tolstoj blijven vereren als ‘de grootste schrijver aller tijden’. Vanhaesebrouck spreekt van een ‘gedeeld universum’ tussen beide auteurs.
Een nog geheel onontgonnen stuk Europa in de Streuvelsstudie is Hongarije. Judit Gera ontdekt parallellen tussen Streuvels' oorlogsdagboek en verhalen van de Hongaarse naturalistische auteur Zsigmond Móricz.
Met de bijdrage van Julien Vermeulen belanden we bij een cultuurgebied dichter bij huis, waar Streuvels zich ook al vroeg aan voedde. Vermeulen confronteert De teleurgang van den Waterhoek met La Femme et le Pantin van de Franse symbolist Pierre Louÿs. Tussen beide romans blijken er opvallende overeenkomsten te bestaan: zo in de typering van de personages, in de evocatie van de