Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis. Jaargang 23
(2016)– [tijdschrift] Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 137]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sandra van Voorst
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Leescultuur als onderwerp van wetenschappelijk onderzoekLeescultuur en cultuuroverdracht in hedendaagse leesgroepen zijn al geruime tijd onderwerp van wetenschappelijk onderzoek en er wordt in het Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis regelmatig aandacht aan besteed. Lizet Duyvendak heeft in drie artikelen, respectievelijk in 1994, 2005 en 2007, verschillende facetten van het lezen in groepsverband verkend.Ga naar voetnoot1 In 2009 werd op de Rijksuniversiteit Groningen een masteronderzoekscollege gewijd aan de Stichting Literatuurclubs Drenthe (sld). Deze organisatie vertegenwoordigt 220 leesgroepen in Drenthe met in totaal ruim tweeduizend deelnemers; mannen en vrouwen uit alle leeftijdsgroepen. Het 40-jarig jubileum van sld in 2010 was de aanleiding om met studenten in het heden en verleden van de stichting te duiken. De nadruk lag daarbij op leesstijlen, leesmotieven in de leesclubs en de cultuurhistorische context van leesclubs. Dit resulteerde in een artikel over sld in het Jaarboek nbv 2011 onder de titel Het geheim van de lezer. Lezen bij de Drentse literatuurclubs.Ga naar voetnoot2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 138]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In december 2015 is Marjolein van Herten gepromoveerd op een empirische studie naar leesgroepen in Nederland. Zij onderzocht wat de eigenschappen van moderne Nederlandse leesclubs zijn, wat de motieven zijn van de leden om aan een leesclub deel te nemen en wat leden ervaren te leren van hun leesclubdeelname.Ga naar voetnoot3 Daarnaast heeft ze onderzocht wat er gelezen wordt in leesclubs. Anders dan zij verwachtte ‘blijken leesclubs heel breed te lezen, ondanks dat in de meerderheid van de groepen de leden samen de boeken uitkiezen zonder tussenkomst van een begeleider of organisatie’.Ga naar voetnoot4 De meeste leesgroepen lezen vooral recent gepubliceerde romans.Ga naar voetnoot5 Buitenlandse literatuur is altijd nadrukkelijk aanwezig geweest op de Nederlandse boekenmarkt en krijgt nog steeds veel ruimte in de literaire kritiek. Brems becijferde dat recensies van oorspronkelijk Nederlandse literatuur slechts 20% van de ruimte in de landelijke dag- en weekbladen toebedeeld krijgen.Ga naar voetnoot6 Toch was van de literaire fictie die gekozen werd ongeveer de helft oorspronkelijk Nederlandstalig. Volgens Van Herten is daarmee ‘de aandacht die leesclubs hebben voor Nederlandstalige literatuur veel “eerlijker” verdeeld dan verwacht’.Ga naar voetnoot7 De belangrijkste conclusies trekt Van Herten uit de grote spreiding van gelezen werk: Dit laat immers zien dat veel leesclubs juist hun eigen gang gaan en dat elke leesclub op zoek is naar specifieke titels die vandaag de dag niet massaal worden gelezen. Ze laten zich niet voorschrijven wat te lezen. Leden geven aan dat zij het waarderen in aanraking te komen met boeken die ze uit zichzelf niet zouden hebben gelezen.Ga naar voetnoot8 Deze constateringen, enerzijds dat leesclubleden ‘zich niet [laten] voorschrijven wat te lezen’ en anderzijds dat leden het waarderen ‘in aanraking te komen met boeken die ze uit zichzelf niet zouden hebben gelezen’ doen op het eerste gezicht tegenstrijdig aan. En kiezen leesclubs alleen maar ‘specifieke titels die vandaag de dag niet massaal gelezen worden’ of ligt het allemaal wat genuanceerder? In de looptijd van Van Hertens onderzoek, ze zette zowel een groepsenquête als individuele enquêtes voor leesclubleden uit in de winter van 2009-2010, beschouwde zij sld als de grootste speler in leesclubland: ‘De grootste organisator van leesclubs, de al genoemde sld, selecteert per seizoen vier boeken die door ruim 240 leesclubs worden gelezen.’Ga naar voetnoot9 Deze leesclubs kiezen dus niet zelf de boeken die ze zullen gaan lezen. Hoewel Van Herten dit niet expliciteert in haar artikel kunnen haar conclusies dat ‘veel leesclubs juist hun eigen gang gaan en zich niet laten voorschrijven wat te lezen’ dus niet de sld-leesclubs betreffen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 139]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Inmiddels is Stichting Senia, die door Van Herten wel genoemd wordt maar niet verder uitgewerkt, echt de grootste leesgroeporganisatie geworden, met 590 literaire leesgroepen en 156 andersoortige leesgroepen. Senia hanteert een vrijere formule dan sld: leesgroepen kunnen kiezen uit een nieuw aanbod van een twintigtal titels voor het komende seizoen en uit de ‘backlist’ van enkele honderden titels van de voorgaande jaren. De vraag dringt zich op of de gevolgtrekkingen van Van Herten ten aanzien van de moderne Nederlandse leesclubs ook opgaan voor de leesgroepen die bij Senia zijn aangesloten. In dit artikel wil ik daarom de bevindingen van Van Herten zowel actualiseren als uitbreiden. In het eerste deel van het artikel wordt kort uiteengezet in welk kader het project Gedeelde literatuur heeft plaatsgevonden, daarna wordt aandacht besteed aan de organisatie van het samen lezen in Nederland. In het tweede deel wordt ingezoomd op Stichting Senia, zoals gezegd anno 2015 overduidelijk de grootste speler op het literaire leesgroepenveld, en zal ik de vraag tegen het licht houden wát de leden in de literaire Senia-leesgroepen lezen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
NWO Alfa Meerwaarde: het project Gedeelde literatuurIn het project Gedeelde literatuur. Cultuuroverdracht in leesgroepen stonden de vragen centraal in welke literatuur lezers geïnteresseerd zijn en waarom, en hoe cultuuroverdracht van leesgroepen in de praktijk werkt. Dit project bouwde voort op eerdere onderzoeken en samenwerkingsverbanden van de Rijksuniversiteit Groningen, Stichting Senia Literair en de Openbare Bibliotheken van Groningen en Eemland en werd gefinancierd via het Alfa Meerwaarde-programma van nwo. In de tweede helft van 2014 is op de Rijksuniversiteit Groningen een interdisciplinair onderzoekscollege gewijd aan onderzoek naar cultuuroverdracht in leesgroepen.Ga naar voetnoot10 Achttien Ma-studentenGa naar voetnoot11 hebben in een gezamenlijke inleesperiode kennis opgedaan over theorieën over leesgroepen en cultuuroverdracht en hebben vervolgens individueel of in tweetallen een deelonderzoek verricht. Er zijn enkele enquêtes uitgezet onder alle Senialeden en onder specifieke leesgroepen, die een verrassende hoge respons opleverden, meestal meer dan 75%. Ook werd veel informatie van het Seniabestuur verkregen, dankzij het samenwerkingsverband in het project Gedeelde literatuur. Daarnaast hebben studenten hebben voor hun verschillende onderzoeken participerend geobserveerd bij een dertigtal bijeenkomsten van leesgroepen, variërend van Literatuur lees- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 140]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
groepen tot Duitse leesgroepen en Geschiedenis leesgroepen. Samen vormen al deze onderzoeken een caleidoscoop van de wereld van de Senia-leesgroepen.Ga naar voetnoot12 Figuur 1. De onderzoeksgroep
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De organisatie van het samen lezen in Nederland anno 2015In Nederland bestaan er op dit moment naar schatting meer dan vijfduizend leesgroepen. Deze groepen zijn te verdelen in begeleide en ‘wilde’ groepen.Ga naar voetnoot13 De eerste categorie wordt ondersteund door of is aangesloten bij een bibliotheek, (ouderen)organisatie of vrouwenbond. De ‘wilde’ groepen zijn niet bij organisaties aangesloten, ze opereren helemaal zelfstandig en bepalen zelf de manier hoe ze boeken bespreken. Doordat de ‘wilde’ leesgroepen nergens geregistreerd staan, is het lastig in te schatten hoeveel van dit soort leesgroepen er bestaan. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 141]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Naast het onderscheid tussen georganiseerde en ‘wilde’ leesgroepen kan ook een verschil gemaakt worden tussen open en gesloten leesgroepen. Open leesgroepen staan open voor nieuwe deelnemers, terwijl gesloten leesgroepen bestaan uit een groep lezers die elkaar kennen en nauwelijks nieuwe leden aannemen. De grens tussen open en gesloten groepen is niet strikt en definitief: een open groep kan een gesloten groep worden en geen nieuwe deelnemers aannemen en een gesloten groep kan besluiten toch een nieuw lid toe te laten. Ten slotte kunnen leesgroepen ingedeeld worden op grond van het soort boeken dat gelezen wordt. De ene leesgroep leest alle mogelijke romans en een andere groep leest heel gericht: alleen historische romans, klassiekers, Engelstalige literatuur of poëzie. In het navolgende passeren zowel een aantal georganiseerde leesgroepen als wilde leesgroepen en andere initiatieven die uit de onderzoeken van de studenten en binnen het project Gedeelde literatuur naar voren kwamen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Meer of minder georganiseerdStichting Literatuurclubs Drenthe (sld) bestaat sinds 1970 en vertegenwoordigt tegenwoordig 220 leesgroepen in Drenthe met in totaal 2050 deelnemers; mannen en vrouwen uit alle leeftijdsgroepen. sld is een zelfstandige, financieel onafhankelijke stichting.Ga naar voetnoot14 Ieder jaar selecteren het bestuur en meelezers uit een leeslijst van ongeveer honderd recent uitgekomen werken een shortlist van de meest gewaardeerde boeken. Daarbij wordt getoetst op literaire kwaliteit en geschiktheid voor bespreking in literatuurclubs. Uit die shortlist worden jaarlijks in maart de vier boeken voor het volgende leesseizoen gekozen. Deze worden in alle leesgroepen gelezen en besproken. De deelnemers van sld kunnen dus niet zelf de titels kiezen die zij willen lezen. In het seizoen 2015-2016 stonden Pristina van Toine Heijmans, Roxy van Esther Gerritsen, Het hout van Jeroen Brouwers en Een handvol sneeuw van Jenny Erpenbeck op het programma. Literair deskundigen verzorgen de boekbesprekingen voor sld, die gebruikt worden bij de discussie in de leesclubs. De bijeenkomsten worden geleid door gespreksleiders die voor ieder boek dat besproken gaat worden een uitgebreide instructie krijgen. sld organiseert op deze wijze een strakke en uitgewerkte vorm van begeleide leesgroepen. Dat is dan ook hun voornaamste doelstelling: Stichting Literatuurclubs Drenthe stimuleert het samen lezen en bespreken van literaire boeken.Ga naar voetnoot15 Bij de Openbare Bibliotheken in Nederland komt ook steeds meer aandacht voor het lezen in groepsverband. Zo heeft nbd Biblion, als centraal faciliterend bedrijf voor de Nederlandse bibliotheken, DeBoekensalon.nl ontwikkeld. Dit is de community ‘voor iedereen die van lezen houdt’. De site richt zich op zowel geleide als wilde leesclubs en biedt een lezersservice. Er worden ‘tips en tricks’ gegeven bij het zelf starten van een leesclub en (tegen betaling) kunnen leeswijzers besteld worden van een groot aantal romans. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 142]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Openbare Bibliotheken zelf hebben vaak een eigen beleid en activiteiten voor leesgroepen. Zo organiseert Bibliotheek Eemland - overigens in samenwerking met Senia - regelmatig bijeenkomsten over het starten van een leesgroep. Als een leesgroep gestart is en de deelnemers lid zijn van de Bibliotheek Eemland, dan kunnen ze gebruikmaken van de diensten van hun leeskringenservice. Deze dienst biedt onder andere de Leeskringkoffer aan en arrangeert verschillende speciale acties zoals korting op de bespreking en discussie van het boek dat centraal staat tijdens de actie Nederland Leest of een cursus over literaire begrippen. De Leeskringkoffer is een pakket met acht exemplaren van hetzelfde boek. Zo kunnen de deelnemers van een leeskring tegelijk dezelfde titel lezen. De koffer bevat ook achtergrondinformatie over de schrijver, het boek, een aantal recensies, een romananalyse (leeswijzer) en discussietips. Er zijn meer dan 150 titels waaruit gekozen kan worden: literaire romans die worden aanbevolen door de website Boekentaal (vrouwenorganisatie Passage), Stichting Senia en de Boekensalon. Het betreffen voornamelijk recente romans of iets oudere romans die populair zijn bij leeskringen en een aantal non-fictie-boeken. Deze aan de Bibliotheek Eemland gelieerde leeskringen kunnen getypeerd worden als ‘met milde hand geleide leesgroepen’: de leesgroepen kiezen zelf de titels uit, maar worden wel gefaciliteerd door de mogelijkheid van de leeskringkoffer en bepalen zelf hoe ze hun bijeenkomsten organiseren. Op het gebied van leeskringen werkt de Groninger Forum Bibliotheek momenteel ook samen met Senia.Ga naar voetnoot16 De aanmeldingen voor een leesgroep komen via Senia binnen bij de bibliotheek en de startbijeenkomst wordt georganiseerd door de bibliotheek. Na de startbijeenkomst opereren de leeskringen los van de bibliotheek. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoe wild is de wilde leesclub?En dan bestaan er nog (naar schatting) duizenden leesclubs in Nederland die niet aangesloten zijn bij of voortkomen uit een organisatie. Informatie over deze zogenaamde ‘wilde’ leesclubs is nauwelijks voorhanden. Er is in 2014-2015 een verkennend onderzoek uitgevoerd naar een aantal, over het hele land verspreide, wilde leesclubs. Wie zijn deze lezers en wat zijn hun motieven om aan een ‘wilde’ leesclub deel te nemen?Ga naar voetnoot17 Het stereotype ‘een clubje vrouwen van middelbare leeftijd’Ga naar voetnoot18 gaat absoluut niet meer op voor de onderzochte wilde leesclubs. Er zijn opvallend veel mannen lid: ongeveer een kwart van alle deelnemers. De gemiddelde leeftijd is weliswaar 55 jaar, maar varieert sterk met een jongste deelnemer van 28 en een oudste van 82 jaar. De deelnemers zijn hoogopgeleid: de meesten hebben een hbo-opleiding of een universitaire | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 143]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
opleiding gevolgd. De groepen bestaan gemiddeld uit zeven deelnemers. Sommige deelnemers zijn lid van meerdere leesclubs, maar de meeste lezers houden het bij één groep. Bijna alle deelnemers zijn daarnaast lid van een bibliotheek en lenen vaak de boeken die ze voor de leesclub lezen. De bijeenkomsten worden meestal 's avonds gehouden bij een van de deelnemers thuis. Op die avond kiest men dan het boek voor de volgende keer, soms uit een selectie van een of meerdere deelnemers, soms heeft de gastvrouw of -heer het voor het zeggen. Bijna altijd worden er recent gepubliceerde romans gekozen om te bespreken, zowel oorspronkelijk Nederlandstalig als vertaald. Veel groepen gaan samen eten of bespreken de boeken in ieder geval met een hapje en een drankje. Bij de meeste leesgroepen is geen gespreksleider, wordt er geen inleiding verzorgd en er wordt nooit gebruikgemaakt van een leeswijzer, al wordt er soms een vragenlijst bij de hand gehouden als rode draad voor het gesprek. De toenemende sociale waarde van een leesclub, die al naar voren kwam in het onderzoek van Van Herten en Den Ridder,Ga naar voetnoot19 blijkt ook uit het onderzoek naar wilde leesclubs. De sfeer van die bijeenkomsten is over het algemeen (erg) informeel. De leden noemen als voornaamste motief voor hun deelname dat ze het gezellig vinden. De meeste groepen geven ook aan dat de groep is ontstaan vanuit een al bestaande vriendschap. Veel deelnemers kennen elkaar al jaren, de gemiddelde lengte van het lidmaatschap is zes jaar, maar er zijn ook lezers die al meer dan twintig jaar samen in een leesgroep zitten. Dat grote sociale aspect lijkt toch nauwelijks ten koste te gaan van de discussie. Er wordt minimaal een uur besteed aan de boekbespreking, waarbij stevige gedachtewisselingen niet uit de weg gegaan worden. Het discussieniveau kan daarbij niet rechtstreeks gerelateerd worden aan de literaire competenties van de deelnemers. Het gespreksverloop is over het algemeen erg soepel. Elke deelnemer krijgt de kans zijn of haar zegje te doen over het boek en over het algemeen levert iedere deelnemer een vergelijkbare bijdrage. Het gesprek is altijd gezamenlijk en men hecht daar ook waarde aan. Dit is te merken aan het minimale voorkomen van overlap en interrupties en het onmiddellijk afkappen van kleinere gesprekken. Dit neemt niet weg dat sommigen het vooral prettig lijken te vinden om te praten over hun persoonlijke ervaringen met het boek. Wel worden ook regelmatig verbanden gelegd tussen het gelezen boek en andere boeken, films, kunstwerken of andere culturele uitingen. Deze wilde leesclubs worden gekenmerkt door een losse structuur, het ontbreken van een gespreksleider en ondersteunende leeswijzers, maar ook door de levendige discussies, wel op heel verschillende niveaus. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Online leescommunities: van wild tot geleidDe meest vrijblijvende vorm van leesgroepen lijken vooralsnog de online leescommunities te zijn, die geïnteresseerde, niet-professionele lezers de mogelijkheid bieden om hun interesses te delen met de rest van de wereld. In dit opzicht komen ze overeen met | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 144]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
reguliere leesgroepen, die met elkaar over boeken discussiëren. Een groot verschil is de schaalgrootte; een reguliere leesgroep heeft doorgaans niet meer dan tien deelnemers, terwijl een online leescommunity als bijvoorbeeld Goodreads dertig miljoen leden kan hebben. Men kan zich aansluiten bij elke online leescommunity, terwijl men voor een reguliere leesgroep meestal afhankelijk is van het beschikbare aanbod in de eigen regio. Het voordeel van een reguliere leesgroep is daarentegen dat de lezers samenkomen en elkaar beter kunnen leren kennen, al komt het bij online gezelschappen soms ook voor dat men elkaar in het echt ontmoet.Ga naar voetnoot20 Het feit dat deze leescommunities online bestaan prest lezers tot bepaalde vormen van samenwerken die misschien beter met andere online netwerken te vergelijken zijn dan met reguliere leesgroepen. Toch wil ik hier even aandacht besteden aan de vele manieren waarop online boekdiscussies gevoerd kunnen worden. Twitter is een medium dat daar mogelijkheden voor biedt. Een site als LeestweepsGa naar voetnoot21 bespreekt zo'n vier à vijf boeken per jaar. In 2012 is Leestweeps begonnen met het organiseren van leesavonden en worden er per leesseizoen vier tot zes romans besproken, onder andere aan de hand van discussievragen. Een eerste verschil met reguliere leesgroepen is dat er geen vaste deelnemers zijn, maar dat het een open gezelschap is waaraan iedereen kan deelnemen. Men kan er dus voor kiezen om bijvoorbeeld aan één discussieavond deel te nemen of om enkel de discussie mee te lezen. Vergelijkbaar met reguliere leesgroepen zijn de discussieleiders en discussievragen waarmee gewerkt wordt. De besproken boeken zijn romans over zeer verschillende onderwerpen (bijvoorbeeld psychiatrische problematiek, homoseksualiteit en relaties) en uit verschillende tijden (een klassieker van Couperus maar ook recenter werk zoals PAAZ). Leestweeps voert geen subdiscussies tegelijkertijd, maar één discussie per twee à drie maanden. Dit komt overeen met hoe het er in reguliere leesgroepen aan toegaat. Leestweeps kan beschouwd worden als een open, wilde leesgroep. Er zijn ook fora waarop boeken uit verschillende genres in subfora gelezen en besproken worden, zoals bij Ezzulia.Ga naar voetnoot22 Zo kunnen liefhebbers van bepaalde genres elkaar vinden, maar het is ook mogelijk om aan discussies deel te nemen in meerdere subfora. De deelnemers kunnen een boek introduceren dat hen aanspreekt en andere leden kunnen zich daarbij aansluiten. Er is sprake van een open structuur. Er is geen gespreksleider aanwezig en er is ook geen vast moment voor het bespreken van het boek. Iedereen die heeft aangegeven te gaan lezen doet mee en plaatst een lezersreactie. Bij Ezzulia vinden er dus verschillende boekdiscussies tegelijkertijd plaats, dat gebeurt niet in reguliere leesgroepen. Een heel grote lezerscommunity is Goodreads.Ga naar voetnoot23 Ze hebben zo'n 30 miljoen leden, er staan 34 miljoen reviews online en er zijn inmiddels zo'n 900 miljoen boeken besproken | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 145]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
op deze site. Bij Goodreads lopen nationale en internationale contexten in elkaar over. Sommige lezersgroepen zijn alleen voor een groepje vrienden bedoeld of bestaan als een lokale leesclub, andere zijn voor organisaties als literaire tijdschriften of juist voor alle mogelijke samenstellingen van lezers. De groepen kunnen openbaar zijn, een beperkt domein hebben of zelfs geheim zijn. Zo is er bijvoorbeeld een beperkte openbare groep voor jonge Nederlandse lezers tussen de zestien en dertig jaar. Er worden boeken gelezen van hedendaagse literaire auteurs als Haruki Murakami (The wind-up bird chronicle), klassieke auteurs als Charles Dickens (A Christmas Carol), maar ook thrillerauteurs als Esther Verhoef (De kraamhulp). Deelnemers kunnen zelf een boek introduceren en wie wil kan daar op reageren. De discussie wordt niet geleid en er is geen vaste datum waarop het boek besproken wordt. Op de Goodreads-site is het mogelijk om boeken via Amazon aan te schaffen. Amazon is namelijk de eigenaar van Goodreads, dit commerciële aspect is een belangrijk verschil met reguliere leesgroepen. Ook uitgeverijen zien een online leesclub soms als een mogelijkheid om hun boeken onder de aandacht te brengen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de Young Adult Leesclub. De boeken van de eigen uitgeverij Boekerij Young krijgen een centrale plaats in boekdiscussies. Naast hun ‘self publishing platform’ heeft de site ook een forum en blogs. De structuur van deze leesgroep is open, dat wil zeggen dat iedereen na aanmelding mee kan doen. De boeken worden besproken aan de hand van recensies. Er worden geen voorwaarden gesteld aan deze recensies, dus iedere deelnemer kan dit op zijn of haar eigen manier invullen. Hebban is ook een commerciële leescommunity. Ze maken onderdeel uit van Book Communities.Ga naar voetnoot24 De eReaders groep heeft ook een platform genaamd eLinea ontwikkeld, een soort Spotify-dienst voor kranten- en tijdschriftenartikelen. Ook is Crimezone toegetreden tot Hebban, waarmee een Nederlandse variant van Goodreads lijkt te worden geformeerd. Het verdienmodel van Hebban bestaat uit commissies die ze ontvangen van websites die boeken via hen verkopen en uit advertenties. Op Hebban bestaan verschillende leesclubs voor verschillende genres als literatuur, crimezone, feelgood fantasy en young adult die een strakke structuur kennen. Inschrijven voor een leesclub gebeurt via de ‘giveaway’ die op de homepage van de betreffende Hebban Leesclub wordt aangekondigd. Voor een leesclub worden namelijk minimaal vijftien boeken beschikbaar gesteld door de uitgeverij. Deze worden door middel van verloting verdeeld onder de inschrijvers. Ook de andere lezers in de leesclub, die het boek niet hebben gewonnen, mogen meedoen aan de discussies. Van de deelnemers die een boek hebben gewonnen wordt een actieve deelname aan alle onderdelen van de leesclub verwacht. Bij ‘Voor het lezen’ kunnen de deelnemers hun verwachtingen van boek met elkaar delen. Bij ‘Tijdens het lezen’ wordt een lijst met vragen gepubliceerd die als leidraad kan functioneren tijdens het lezen. Deelnemers beantwoorden deze vragen en kunnen met elkaar discussiëren over de uitkomsten hiervan. Dan volgt de ‘Beoordeling’: de lezers beoordelen het boek in cijfers (0-10). Deze beoordelingen worden later in het algemene leesclubverslag opgenomen. Soms neemt de auteur ook deel, dan kunnen er rechtstreeks vragen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 146]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gesteld worden over het boek onder het kopje ‘Vragen aan’. Als de discussie het eindpunt nadert, maakt de leesclubcoördinator een verslag dat op de site wordt gepubliceerd. Online leesgroepen en reguliere leesgroepen vertonen qua vorm en inhoud verschillende overeenkomsten. Een belangrijk verschil is de anonimiteit bij online groepen tegenover de vertrouwdheid van een kleine reguliere leesgroep. Online leesgroepen bieden mogelijkheden voor lezers die niet veel tijd hebben, niet graag de deur uit gaan, een bepaald genre willen lezen of misschien wel liever anoniem over boeken willen praten dan in een reguliere leesgroep. Het fenomeen ontlezing wordt veelal gekoppeld aan de opkomst van het digitale tijdperk, maar misschien moet dit beeld door de opkomst van de vele online leescommunities bijgesteld worden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stichting SeniaSenia komt voort uit een initiatief van vier vrouwen die ‘iets inhoudelijks’ wilden organiseren dat senioren zou aanspreken. Dat werden leesgroepen voor moderne literatuur. In 2008 werd ‘Senia Literair’ voor drie jaar opgenomen in het Groeiprogramma van het Oranje Fonds. Daardoor heeft Senia het aantal leesgroepen fors kunnen uitbreiden. Vanaf 2009 zijn de leesgroepen van Senia Literair ondergebracht in de Stichting Senia. Senia is nu een organisatie die grotendeels door vrijwilligers wordt gerund. De ruim 80 vrijwilligers zijn merendeels gepensioneerde deskundigen zoals neerlandici en historici. In 2015 heeft Senia haar 5000ste deelnemer ingeschreven en waren er in totaal 746 leesgroepen actief.Ga naar voetnoot25 Senia streeft ernaar om boeken met bijbehorende leeswijzers aan te bieden die verschillende soorten lezers aan kunnen spreken. Om in te kunnen spelen op specifieke interesses onderscheidt Senia de leesgroepen in talen en thematiek: er zijn leesgroepen voor Nederlandse literatuur (inclusief in het Nederlands vertaald), Engels, Duits en Frans, leesgroepen Geschiedenis en Filosofie en tijdelijke thematische leesgroepen over bijvoorbeeld ‘Wereldoorlog i’, ‘Zonen en hun moeders’ of ‘Requiems in de literatuur’. Om meer onderscheid te bieden in thema's en vorm binnen de boekenlijsten wordt er sinds 2011 ook gewerkt aan een lijst met zogenaamde ‘klassieke werken’. Hoewel de leesgroepen in principe in één taal of over een bepaald thema lezen, komt het ook voor dat een groep die Nederlandse literatuur leest bijvoorbeeld een boek uit de lijst van de geschiedenisleesgroepen kiest. Een boek en de leeswijzer die ervoor geschreven is, kunnen dus ook buiten de leesgroepen waarvoor ze oorspronkelijk bedoeld waren functioneren. Sommige boeken binnen het genre ‘familiegeschiedenis’ staan zowel op de boekenlijst voor Nederlandse literatuur als op de boekenlijst voor leesgroepen geschiedenis. Naast het opzetten van leesgroepen, het verzorgen van een boekenlijst en het samenstellen van de leeswijzers, organiseert Senia Literair jaarlijks ook een aantal andere activiteiten, vaak naar aanleiding van een boek dat op de boekenlijst staat. De stichting organiseerde bijvoorbeeld een excursie naar Veenhuizen naar aanleiding van Het pauperparadijs van Suzanna Jansen. Daarnaast arrangeert Senia ‘inspiratiedagen’. Tijdens | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 147]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
deze dagen geeft de stichting informatie over het beleid, het aantal leesgroepen, nieuwe ontwikkelingen en wordt de samenstelling van de boekenlijst bekend gemaakt. De leden van de werkgroepen lichten toe hoe de gekozen boeken in het literaire of geschiedkundige landschap passen en er zijn workshops te volgen. De stichting start nieuwe leesgroepen door een oproep in een lokale krant te plaatsen of via de communicatiemiddelen van de lokale bibliotheek of boekhandel, zoals de website of een digitale nieuwsbrief. Door zo'n oproep komen belangstellenden voor een specifieke groep samen voor een informatiebijeenkomst op een openbare plek. Deze bijeenkomst wordt begeleid door een zogenoemde ambassadeur, die de nieuwe leesgroep(en) samenstelt, afspraken maakt en het contact met Senia coördineert. De ambassadeur is niet meer aanwezig bij de volgende bijeenkomsten van de leesgroep. Vervolgens komen de groepen ongeveer eens per vijf á zes weken bij elkaar en bespreken per jaar gemiddeld vijf tot zeven boeken. De verschillende boekenlijsten waaruit de leesgroepen ieder jaar kunnen kiezen, zoals Nederlands, Geschiedenis, Frans etc., worden door afzonderlijke Senia-werkgroepen voorbereid. De leeswijzers bij de gekozen boeken werden aanvankelijk gemaakt door (gepensioneerde) neerlandici, sinds 2010 worden ze ook door letterkunde-studenten en geschiedenisstudenten gemaakt. De studenten krijgen hierbij feedback van de Senia-werkgroepen. De jaarcyclus start in het najaar met het samenstellen van de boekenlijsten voor het nieuwe seizoen (september-augustus). Suggesties van de leesgroepen worden daarin meegenomen. Daarna volgt de ontwikkeling van nieuwe leeswijzers tussen december en april. In mei maken de leesgroepen hun eigen keuze uit de boekenlijsten voor de boeken die ze in het daarop volgende jaar willen bespreken. De leeswijzers worden afgerond, vormgegeven en gedrukt in de periode juni-augustus, en aan het eind van die maand verzonden. Dan kan het nieuwe leesseizoen weer beginnen. Figuur 2. De vragen in de leeswijzer helpen de discussie op gang
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 148]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alle leesgroepen bij Senia worden dus op dezelfde manier gestart en ze kiezen ieder jaar uit de aangeboden boekenlijsten de boeken die ze het volgende jaar willen lezen en bespreken. Van de boeken die gekozen worden ontvangen de deelnemers de al genoemde leeswijzers, die de kern van de ondersteuning vormen. Er staat informatie in over de auteur en het boek, informatie over de stijl, de personages, het vertelperspectief etc. en een belangrijk onderdeel vormen de discussievragen. Aan de hand daarvan bespreekt de leesgroep het boek. De discussievragen bieden zoveel structuur en houvast dat een (vaste) gespreksleider niet nodig is. Met deze werkwijze neemt Stichting Senia een middenpositie in tussen de strak geleide leesgroepen van sld en de wilde reguliere en online leescommunities in. Welke consequenties heeft dit voor de manier waarop er in de leesgroepen besproken wordt? | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Senia-leesgroepen aan het werkDe meeste bijeenkomsten van literaire leesgroepen van Senia worden gehouden in een afgehuurd zaaltje van een openbare bibliotheek.Ga naar voetnoot26 Als de ontmoetingen bij iemand thuis worden gehouden, rouleren deze meestal. Samenkomsten duren in de regel twee uur, al lopen de bijeenkomsten bij iemand thuis soms uit, maar dan gaat het gesprek ook meestal niet meer over het gelezen boek. Sommige groepen gaan zeer familiair met elkaar om: er worden bijvoorbeeld bij aankomst meteen persoonlijke nieuwtjes (over kleinkinderen, huwelijk of vakanties) uitgewisseld. Er lijkt een grote vertrouwensband tussen de deelnemers te bestaan, waardoor er een intieme sfeer ontstaat. Er zijn ook groepen waar het er wat formeler aan toe gaat. De formelere groepen spreken vooral over het boek en minder over hun persoonlijke leven en gaan vaak ook erg georganiseerd te werk: elke bespreking bestaat uit vaste aspecten en wordt op een bepaalde manier uitgevoerd, met minder ruimte voor persoonlijke verhalen. Deze groepen zeggen dat ze ‘graag iets wilden leren’, zijn vaak serieus en er wordt weinig door elkaar gepraat en uitgebreid naar elkaar geluisterd. In de opzet van Senia zouden de leesgroepen geen deskundige of vaste discussieleiding nodig hebben omdat de leeswijzers voldoende ondersteuning en structuur bieden aan de discussie. Toch is er bijna altijd een discussieleider of iemand die informeel deze rol op zich neemt. In sommige gevallen stuurt de discussieleider alleen bij door bijvoorbeeld in te grijpen bij te lange antwoorden, in andere gevallen neemt deze ook echt een leidende rol aan in de discussie. Veel besprekingen beginnen met een evaluatieronde, waarin de leden antwoord geven op de vraag: ‘Wat vond je van het boek?’ of: ‘Wat waardeerde je aan het boek?’ De meeste leden hebben zich goed voorbereid en al van tevoren notities gemaakt. Daarna gaan vrijwel alle groepen direct aan de slag met de discussievragen. Een paar leesgroepen kiezen de vragen uit die hen aanspreken. De leden hebben dan van tevoren de vragen voorbereid die ze willen bespreken. In de meeste andere gevallen worden de vragen alle- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 149]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
maal en in volgorde behandeld. De discussieleider leest de vragen op of de deelnemers lezen om de beurt een vraag voor. Veel leden gebruiken bij het beantwoorden van de vragen of het voeren van een gesprek een kladblaadje waarop ze de antwoorden of belangrijke zaken genoteerd hebben. Tijdens de beantwoording van de vragen wordt er altijd wel uitgeweid. Er wordt ook uitgebreid stilgestaan bij eigen ervaringen in gelijksoortige situaties in de werkelijkheid en verhalen uit de actualiteit. Verder komen vaak de intenties van de auteur ter sprake en worden vergelijkingen met andere boeken gemaakt. Het grootste verschil tussen de werkwijze van wilde leesclubs en de Senia-leesgroepen is het gebruik van de leeswijzer en discussievragen. De discussievragen in de leeswijzer zorgen er voor dat de structuur in de discussie telkens terugkeert op een interpreterend en soms wel letterkundig niveau. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wat lezen de literaire Senia-leesgroepen?De leesgroepen kunnen kiezen uit de lijst met literaire romans (Nederlands en vertaald) voor het komende seizoen en uit de ‘backlist’ van enkele honderden titels van de voorgaande jaren. Als we naar de laatste twee seizoenen kijken, zien we dat de literaire leesgroepen in het leesseizoen 2014-2015 in totaal 2.969 leeswijzers bestelden. In 2015-2016 waren dat er 3.300. Deze cijfers lijken op een heel brede spreiding te wijzen, maar niets is minder waar: beide leesseizoenen stonden 75% van de gekozen titels op de nieuwe boekenlijst voor dat jaar. Voor dit leesseizoen 2015-2016 werden 22 nieuwe literaire titels aangeboden. De literaire werken staan in de nieuwlijst op alfabetische volgorde, voorzien van een korte beschrijving. Er wordt optisch dus geen onderscheid gemaakt tussen oorspronkelijk Nederlandstalig werk en vertaalde literatuur. Soms wordt er een karakterisering of aanbeveling gegeven, bijvoorbeeld bij de roman van Griet Op de Beeck, Kom hier dat ik u kus: ‘Een toegankelijk boek waar inmiddels meer dan 100.000 exemplaren van zijn verkocht, met realistische personages die door Griet Op de Beeck zijn opgetekend met humor. Uitstekend leesvoer voor de liefhebbers van de betere empathische roman.’Ga naar voetnoot27 Mocht de betreffende roman een literaire prijs hebben ontvangen dan wordt dat ook vermeld, evenals links naar recensies, interviews en andere bronnen. Hieronder staan alle titels voor het seizoen 2015-2016 vermeld:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 150]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het eerste dat opvalt is dat het allemaal recent gepubliceerde romans zijn: elf oorspronkelijk Nederlandstalige romans, vijf uit het Engels vertaalde literaire werken en incidentele, en soms bijzondere, titels uit Spanje, Israël, Finland, IJsland en Japan. Deze verdeling komt overeen met de bevindingen van Van Herten dat leesclubs graag, namelijk ongeveer 50%, Nederlandse literatuur zouden lezen, al wordt in de literaire kritiek veel meer aandacht geschonken aan buitenlandse literatuur.Ga naar voetnoot28 De boekenlijsten van Senia bieden een brede keuze door de grote spreiding van titels die door de leesgroepen gelezen kunnen worden. Tot zover dit het aanbod betreft, tenminste. Wat kiezen de Senialeesgroepen daadwerkelijk uit deze lijst en de ‘backlist’ van de voorgaande jaren? In de volgende tabel staan de titels die door meer dan 100 leesgroepen gekozen werden:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 151]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Samen werden deze elf titels 1.888 keer uitverkoren, dat is 57% van het totale aantal bestelde leeswijzers en maar liefst 76% van de gekozen titels van de nieuwe lijst. De Senia-leesgroepen kiezen dus vooral eerst uit de nieuwe lijst en daarbinnen weer voor een aantal specifieke titels. Opvallend genoeg wordt vaker, zeven van de elf titels, voor een buitenlands literair werk gekozen. Figuur 3a/b. Omslag van Adriaan van Dis, Ik kom terug en Leeswijzer bij dat boek
De titel die op de eerste plaats prijkt hoeft niet te verbazen: meer dan de helft van de leesgroepen koos voor Ik kom terug van Adriaan van Dis. Deze autobiografische roman over zijn moeder werd bekroond met de Libris literatuurprijs en Adriaan van Dis kwam er veelvuldig mee in de media. Senia gaf de roman daarbij nog de volgende aanbeveling mee: ‘Een prachtige geschreven roman over toenadering en afwijzing, moeizame familierelaties en de rol van het verleden.’Ga naar voetnoot29 Leesgroepen lijken een lichte voorkeur te hebben voor het (licht) autobiografische genre, want ook Magdalena van Maarten 't Hart, over de onwrikbare, rotsvaste zekerheid van het geloof van zijn moeder, scoort erg hoog en in leesseizoen 2014-2015 stond de autobiografische roman van Auke Hulst, Kinderen van het ruige land, bovenaan met 182 uitverkiezingen. Toch werd de roman Yemma van Mohammed Benzakour, ‘een stilleven van een Marokkaanse moeder’ slechts 37 keer gekozen. Benkavour ontving voor zijn roman wel de E. du Perronprijs 2013, maar dat heeft hier kennelijk geen rol gespeeld. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 152]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Figuur 4. Leeswijzer bij Auke Hulst, Kinderen van het ruige land
De andere titels die veel gekozen werden verschillen in thematiek, maar opmerkelijk genoeg zijn er wel enige overeenkomsten in de manier waarop de titels op de nieuwlijst aangeprezen worden. Zo legt Ian McEwan in De Kinderwet ‘diverse morele dilemma's voor [...] aan zijn lezers in een beeldrijke, transparante taal’.Ga naar voetnoot30 Deze roman gaat over familierelaties en geloof. Ook in Haar bloed van Kristien Hemmerechts staan de familierelaties, ‘de band tussen (groot)ouders en kinderen’ en ‘levensdrift’ centraal. Marías' De verliefden plaatst de lezer ‘voor vele morele dilemma's’.Ga naar voetnoot31 En de roman van de Japanse schrijver Murakami wordt door Senia aanbevolen als een ‘boeiende, toegankelijke roman over eenzaamheid, acceptatie en liefde van de populairste Japanse schrijver van dit moment’.Ga naar voetnoot32 De reis- en vluchtverhalen van Bloom, Carrasco en Grossman worden aangeraden vanwege de stof die de verhalen bieden tot discussie en de meeslepende gebeurtenissen. Over Grossmans roman Een vrouw op de vlucht voor een bericht wordt zelfs gezegd ‘Aan het eind van het boek ben je - zoals dat gaat met het lezen van geweldige boeken - niet meer dezelfde persoon als toen je begon met lezen.’Ga naar voetnoot33 Van de titels voor het seizoen 2015-2016 die minder dan honderd keer maar wel vaak gekozen zijn, past De Hormoonfabriek van Saskia Goldschmidt (91 keer gekozen) goed bij | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 153]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de voorgaande titels. ‘De relatie tussen twee broers, [...] tegen het decor van een katholieke provinciestad waar armoede, criminaliteit en opkomend antisemitisme een rol spelen’Ga naar voetnoot34 in de jaren twintig van de vorige eeuw biedt veel stof om te bespreken. De twee leeswijzers van de andere historische roman, Pier en oceaan, een omvangrijke familiegeschiedenis in twee delen van Oek de Jong, werden relatief veel, 73 keer, besteld. Ook De laatste ontsnapping van Jan van Mersbergen handelt over familierelaties, in het bijzonder die tussen twee vaders en hun zonen. De consequenties van Niña Weijers, 74 keer uitgekozen, is de enige titel die een andere karakterisering meekrijgt van Senia: ‘Het boek zit knap in elkaar, heeft een lichtvoetig en toch prikkelend taalgebruik. Er komen veel kunstenaarsnamen in voor, maar wel zo dat het past binnen het thema.’Ga naar voetnoot35 Familierelaties, morele dilemma's, eenzaamheid en liefde, het zijn thema's die genoeg stof tot discussie kunnen geven. Deze boeken lijken daarom uitermate geschikt om in de leesgroepen besproken te worden. Maar ook een roman als De cirkel van Dave Eggers werd door 85 groepen gelezen. De aanbeveling van Senia, ‘actuele roman over de gevolgen van internet voor het individu. Deze meeslepende roman roept vragen op over ons geheugen, onze geschiedenis, privacy, democratie en de grenzen aan onze kennis van de wereld’, belooft een boeiende discussie in de leesgroep. Toch staan er ook titels op de nieuwe boekenlijst waarvan Senia verwachtte dat ze de leesgroepen zouden aanspreken, maar die veel minder gekozen werden. Genoemd is al de roman van Benzakour, maar ook Stikvallei van Frank Westerman werd maar door 32 leesgroepen gekozen. De roman Als de duiven verdwijnen van de Finse Sofi Oksanen, 24 keer gekozen, heeft waarschijnlijk te weinig bekendheid (gehad) om veel leesgroepen aan te spreken. Hetzelfde geldt misschien voor Al wat schittert van de Nieuw-Zeelandse Eleanor Catton. De leeswijzer van deze historische roman over het Nieuw-Zeelandse gouddelversplaatsje Hokitika anno 1866 werd door 21 leesgroepen besteld. Een sterk patroon levert dit echter niet op, want bijvoorbeeld Stikvallei heeft wel veel aandacht gekregen in de media. Een opvallend patroon vinden we wel als we de titelkeuze van de afzonderlijke leesgroepen nader gaan bekijken, welke selectie ze maken en tot welke combinatie van titels dat leidt. Veruit de meeste leesgroepen blijken drie tot vijf romans te kiezen die in de bovengenoemde ‘top’ van de nieuwlijst staan, let wel, waarvan zij op dat moment natuurlijk niet wisten dat deze titels ook door de andere Senia-leesgroepen het meest gekozen zouden worden. Er bestaat kennelijk zoiets als een ‘topselectie’ binnen de selectie van Senia. Dit is een heel ander - onbedoeld - patroon dan verwacht op grond van de bevindingen van Van Herten, dat ‘elke leesclub op zoek is naar specifieke titels die vandaag de dag niet massaal worden gelezen’.Ga naar voetnoot36 Deze ‘topselectie’ wordt vervolgens door het merendeel van de leesgroepen aangevuld met titels uit de vorige jaren. Dat zijn dan ook vaak juist de titels die indertijd van de toenmalige nieuwlijst het meest gekozen werden. Een voorbeeld om dit te verduide- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 154]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lijken: 23 leesgroepen bestelden in 2015-2016 alsnog een leeswijzer van Kinderen van het ruige land van Auke Hulst, die op de nieuwlijst 2014-2015 bovenaan stond (182 keer). Ook Stoner van John Williams, in 2014-2015 goed voor 180 uitverkiezingen, werd in leesseizoen 2015-2016 nog 23 keer besteld. Dat patroon zet zich door bij alle titels die in 2014-2015 door meer dan honderd leesgroepen gekozen werden. In onderstaande tabel staat een indicatie hiervan:
De ‘topselectie’ binnen de selectie van titels zet zich dus ook over de jaren heen door. Sterker nog, van de nieuwe titels die het in 2014-2015 niet goed of minder deden, werden ook in 2015-2016 nauwelijks leeswijzers besteld. Van Het Lam van Jannie Regnerus, nieuw in het leesseizoen 2014-2015, werden slechts achttien leeswijzers besteld. In 2015-2016 waren er nog maar vier groepen die belangstelling toonden voor deze roman. 64 Senia-leesgroepen bestelden in 2014-2015 een leeswijzer van Bruggenbouwers van Jan Guilou, in 2015-2016 kozen nog maar vier leesgroepen deze roman. Daarnaast zijn er nog een twintigtal titels van jaren geleden die in 2015-2016 toch nog incidenteel uitverkoren werden om te bespreken in een leesgroep. Meestal betroffen dit titels van de ‘lijst met klassieke werken’: van De toverberg van Thomas Mann, Gloed van Sandor Marai, Het hermetisch zwart van Margerite Yourcenar, Publiek Geheim van Bernlef tot zelfs nog eenmaal de Max Havelaar van Multatuli. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gedeelde literatuurNederland is rijk aan leesgroepen. Meer lezers dan ooit tevoren lezen in groepsverband en in leesgroepen wordt literatuur op heel verschillende wijzen besproken. Deze leesgroepen tonen dat de behoefte aan gesprekken over literatuur springlevend is en de toekomst heeft. Juist het delen van meningen en uitwisselen van ervaringen en het als individu ook bij een groep horen passen bij alle vormen en bij deze tijd, óók online. De | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 155]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
organisatie van het samen lezen in Nederland laat dan ook een brede waaier zien. Stichting Senia, de grootste organisator van reguliere leesgroepen, neemt een middenpositie in tussen de strak geleide leesgroepen van sld en de wilde reguliere leesgroepen en online leescommunities. Het onderzoek naar patronen in de titelkeuze van de Senia-leesgroepen heeft een aantal inzichten opgeleverd. De 590 literaire leesgroepen van Senia hebben een heel brede keuzemogelijkheid om literatuur te lezen en samen te bespreken, ze kunnen kiezen uit een nieuw aanbod van een twintigtal titels voor het komende seizoen en uit de ‘backlist’ van enkele honderden titels van de voorgaande jaren. Toch kiezen de meeste groepen voor titels van de nieuwlijst. Daarmee lijken ze met de selectie van Senia ‘mee te lezen’, ze maken hun keuze allereerst uit de nieuw aangeboden titels en vullen deze, indien nodig, aan met titels uit vorige jaren. Dat zijn dan vaak de titels die voorgaande jaren al door veel leesgroepen gekozen zijn. Incidenteel worden aan deze selectie titels toegevoegd die meer een bepaalde smaak of persoonlijke voorkeuren doen vermoeden of bijvoorbeeld omdat ze per jaar ook een klassieker willen lezen. De leesgroepen van Senia kiezen zelf, maar lijken dus veel minder eigenzinnig in hun keuze dan de uitspraak van Van Herten ‘dat elke leesclub op zoek is naar specifieke titels die vandaag de dag niet massaal worden gelezen. Ze laten zich niet voorschrijven wat te lezen’.Ga naar voetnoot37 Uit het onderzoek Gedeelde literatuur komt naar voren dat de verschillende onafhankelijk van elkaar opererende leesgroepen toch tamelijk voorspelbaar een beperkt aantal romans selecteren om te bespreken. Dat heeft zowel te maken met de formule van Senia, elk jaar een aanbieding van een aantal nieuwe titels, als met de thematiek van de gekozen boeken. De leesgroepen hebben een voorkeur voor romans die genoeg stof tot discussie opleveren. Dit eerste onderzoek naar patronen in de titelkeuze van de Senia-leesgroepen indiceert ook dat er sprake is van een samenspel van meerdere factoren dan de hierboven aangetoonde factoren, de formule van Senia en de thematiek van de romans. Ook de wijze waarop Senia de romans aanprijst lijkt verschil te kunnen maken. Het is immers niet zo dat de niet gekozen boeken niet interessant zouden zijn, het zijn alle door Senia geselecteerde romans. Ook buiten de organisatie van Senia om zijn er factoren die van invloed kunnen zijn op de titelkeuze van leesgroepen, zoals de publiciteit rondom een roman. Het beeld dat van een (nieuwe) literaire roman bij het lezerspubliek kan ontstaan wordt geconstrueerd door een combinatie van factoren, van de marketing door de uitgeverij, de interviews die de auteur zelf geeft en de recensies in de dag- en weekbladen tot aan de momenteel ultieme publiciteit: genoemd worden in het tv-programma De Wereld Draait Door. Daarnaast kunnen nog allerlei andere factoren als bestsellerlijsten, literaire prijzen, modes en trends in de literatuur bewust of onbewust, negatief of positief, van invloed zijn op de titelselectie van leesgroepen. Er is meer onderzoek nodig om dit samenspel van factoren beter te begrijpen. |
|