Henk Porck
‘Blown in the wind’
Strooi- of droogzand werd gebruikt om de nog natte inkt van brieven of andere handgeschreven stukken direct na het schrijven te drogen. Het strooivaatje maakte vroeger standaard onderdeel uit van het schrijfgereedschap. Resten van het gebruikte zand zijn vaak nog op de geschreven letters aanwezig en onder vergroting duidelijk zichtbaar. Met het vastkleven van het zand aan de letters werd soms ook een decoratief effect (‘glitter’) beoogd.
Een specialist op het terrein van negentiende-eeuwse inkten op papier van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed houdt zich bezig met een studie en inventarisatie van de verschillende soorten strooizand en heeft inmiddels een indrukwekkende strooizandverzameling aangelegd: ca. vijftig verschillende monsters afkomstig van originele documenten uit de vijftiende tot de twintigste eeuw. Er blijkt een grote variatie in samenstelling te bestaan: naast ‘gewoon’ rivier- of strandzand, dat soms met pigmenten of kleurstoffen is geverfd, komen allerlei materialen voor zoals gemalen hout, schelpen, botten, gekleurd glas en zelfs kleine stukjes goud of zilver.
Het type strooizand kan heel specifiek zijn voor een bepaalde periode of regio. De identificatie van het zand kan soms zelfs helpen om een brief aan iemand persoonlijk toe te schrijven. Ook kan een analyse zinvol zijn voor de beoordeling van de volgorde waarin documenten zijn samengevoegd. Zo is mede op basis van onderzoek naar het zand op het papier vastgesteld dat er in het beroemde logboek van kapitein William Bligh, waarin hij verslag doet van de muiterij op zijn schip de Bounty in 1789, enkele bladen in een later stadium zijn ingevoegd. Het onderzoek naar het zand op het manuscript is verricht door Artlab Australia (Adelaide) tijdens de restauratie van de logboeken van de Bounty.
Strooizand kan verloren gaan bij het ‘digitaliseringsklaar’ maken, waarbij de stukken soms worden afgeborsteld, of bij een reinigingsstap in de conserveringsbehandeling.Ga naar voetnoot*